Natuur van den grond / Evolutie in den Landbouw (2/2)

(p. 2/2)

Oude schriften maken ons bovendien nog bekend met het "Hof te Crayloo" (1600), het "Nieuwe Hof", "Dijsterwal" en de "Stede te Balgerhoeke".
Laatstgenoemde was in de verledene eeuw 27 bunder groot, en in 1643 't eigendom van Jonkheer Arnold van Cruninghem.

Volgens de tienjaarlijksche statistiek van 1846 telde men te Adegem een gezamenlijk getal van 563 landbedrijven, waaronder een boerderij van 62 hectaren; eene van 54; eene van 40 tot 46; eene van 35 tot 40; vier van 30 tot 35; drie van 25 tot 30; en veertien van 20 tot 25 ha. uitgestrektheid.
565 ha. hoorden den gebruikers toe in eigendom, terwijl 1488 ha. in pacht werden genomen. De drie vierden der gemeente behoorden dus aan vreemde eigenaars.

De landwinning was als volgt: 86 ha. 7 a. werden bezaaid met tarwe; 483 ha. met rogge; 17 ha. 73 ar. met gerst; 96 ha. 66 ar. met haver; 18 ha 77 ar. met boonen; 247 ha. 4 ar. met boekweit; 69 ha. 87 ar. met vlas; 47 ha. 95 ar. met wortels; 99 ha. 26 ar. met klaver; 17 ha. 48 ar. met speurie, en 158 ha. 96 ar. beplant met aardappelen.

Er waren 250 ha. 68 ar. meerschen en weiden; 57 ha. 30 ar. boomgaard; 16 ha. 56 ar. tuin; 368 ha. 6 ar. bosch; 13 ha. 42 ar. heide en onbebouwd land.

Heden ten dagen zijn de bosschen meestal uitgeroeid en met de vroeger onvruchtbare heiden in akkerland herschapen. De landen kunnen echter in waarde tegen die van elders niet opwegen; de slechtste grond gold in in 1846 slechts 950 fr. de hectare; de beste 3000 fr. In 1860 was de middelmatige prijs der landen 3500 fr. en de pachtprijs 70 fr.