Stamlijst familie De Baets van Adegem van ± 1545 tot heden
Laatst bijgewerkt op vrijdag 18 juni 2021
Op dit werk is een Creative Commons licentie van toepassing. |
Overzicht van de stamlijst |
|||||||
I - Stamvader De Baets ° Lovendegem (?) ±1545 | |||||||
II - Peter ° Lovendegem ±1570 | |||||||
III e - Jan ° Lovendegem ±1597 | |||||||
IV d - Jacob ° Adegem 11.04.1643 | |||||||
V a - Jan ° Adegem 17.09.1665 | |||||||
VI d - Pieter ° Adegem 04.06.1702 | |||||||
VII a - Pieter Jan ° Adegem 09.03.1731 |
VII c - Jacob Frans ° Adegem 27.07.1734 |
VII i - Vincent Benedikt ° Adegem 16.08.1745 |
|||||
[M] VIII a - Martin ° Eeklo 10.04.1759 |
[A] VIII e - Jan Francies ° Eeklo 31.12.1771 |
[A2] VIII a - Peter Jacob ° Oostwinkel 20.02.1765 |
[O] VIII b - Frans Bernard ° Oostwinkel 23.10.1766 |
[E] VIII a - Pieter Jacob ° Adegem 24.09.1772 |
|||
[M] IX a - Jan Baptist ° Adegem 13.11.1790 |
[A] IX c - Jacobus Francies ° Adegem 04.03.1800 |
[A2] IX a - Pieter Jan ° Adegem 21.03.1794 |
[O] IX c - Charles Frans ° Oostwinkel 16.01.1798 |
[A3] IX l - Bernard ° Adegem 08.03.1820 |
[E] IX a - Dominique ° Eeklo 09.05.1811 |
||
[M] X i - Bernard ° Adegem 17.01.1844 |
[A] X e - Carel Louis ° Adegem 30.09.1842 |
[A2] X a - Pieter ° Adegem 30.01.1827 |
[M2] X b - Francies ° Adegem 02.01.1830 |
[M3] X c - Bernard ° Adegem 15.08.1932 |
[O] X i - Ferdinand ° Adegem 30.11.1838 |
[A3] X e - Camiel ° Adegem 7.10.1869 |
[E] X a - Peter Serafien ° Eeklo 09.11.1862 |
[M] XI g - Petrus ° Maldegem 25.09.1884 |
[A] XI a - Edmond Louis ° Brugge 02.01.1881 |
[A2] XI a - Charles ° Adegem 11.04.1860 |
[M2] XI a - Jan Baptist ° Maldegem 23.07.1873 |
[M3] XI e - Charles-Louis ° Maldegem 23.04.1881 |
[O] XI b - Henri ° Adegem 24.10.1872 |
[A3] XI a Maria Magdalena ° Adegem 27.02.1899 |
[E] XI a - Huibrecht ° Eeklo 03.11.1899 |
Irene ° 1915 Raphael (1919) Nelly ° 1922 Remi ° 1932 |
Karel (1909) Maria (1910) Amaat (1912) Jozef (1913) Margriet (1914) Albert (1916) Alfons (1917) Christine (1921) |
Camiel (1889) Jules (1890) August (1893) Alfons (1894) Florent (1896) Julia (1899) Irma (1901) |
Adriana (1902) Maurits (1904) Cyriel (1906) Richard (1907) Edmond (1909) Marcel (1910) Edgard (1912) |
Nelly Maria Robert (1923) Hilaire (1924) Willy (1925) Agnes (1930) |
Emma (1908) Albert (1909) Maria Valentina (1910) Maurits (1912) Martha (1913) Alice (1915) Rafaël (1916) Alfons (1919) Elza (1920) |
Margriet Mouton x Jules Van Landschoot |
Roland (1925) Bertrand (1927) Jozef (1929) |
Maldegem | Adegem | Adegem 2 | Maldegem 2 | Maldegem 3 | Oostwinkel | Adegem 3 | Eeklo |
VoorwoordEinde 16de- begin 17de eeuw, tussen Waarschoot en Lovendegem...Bron: Geschiedenis van Waarschoot - Achiel De Vos - blz. 453-460 Het zijn beroerde tijden: de Tachtigjarige Oorlog woedt in alle hevigheid, en het Meetjesland wordt allesbehalve gespaard... Vanaf 1580 breekt de zwaarste crisis aan voor de dorpen van het Noorden, vervat tussen de oprukkende Spaanse en Staatse legers, operatieterrein voor vrijbuiters, deserteurs en avonturiers allerhande. Te Waarschoot speelt zich een oorlogsdrama af: Staatse troepen, komende van Aardenburg, worden er op 20 november 1580 door de landslieden aangevallen die zich gedeeltelijk op het kerkhof verschanst hebben. Na een mislukte aanval vluchten de Waarschotenaars in de kerk waar zij -ten getale van 43- tot de laatste man worden uitgemoord. De afslachting duurt drie volle uren. Wanneer Gent in september 1584 opnieuw door de Spanjaarden (Farnese) veroverd wordt op de calvinisten, komen veel gevluchte inwoners van uit de stad naar hun erf te Waarschoot terug en vinden er slechts dood en vernieling. Op 11 december 1584 werden Waarschoot en omliggende dorpen reeds geteisterd door de vrijbuiters -veelal gedeserteerde soldaten- die er tevens op uit waren dorpsnotabelen te gijzelen om ze tegen hoge afkoopsommen uit te leveren. Elf dagen na deze eerste inval vragen Waarschoot en Lovendegem wachten te mogen plaatsen op de kerktoren en de toegang tot de bruggen te mogen versperren. Vanuit de kasselrij wordt nu een legertje van aanvankelijk 75 man, later verhoogd tot 407 man (in feite een versterkte politiemacht) ingezet om de parochies te beschermen, die op hun beurt nog voor eigen wachten dienen te zorgen. Het wordt opnieuw menens in de streek als de vrijbuiters op 5 juni 1586 het naburige Sleidinge binnenvallen, er alles roven en plunderden en pastoor Goethals als gijzelaar meenemen. Hierop worden, in april 1587, 10 soldaten van de kasselrij onder bevel van kapitein Riebeke te Daasdonk (grens met Waarschoot en Sleidinge en toegangsweg naar de schuiloorden van de vrijbuiters op de Lembeekse heide) geposteerd. Waarschoot had reeds in 1586 om die bijstand gevraagd. Op 4 februari 1587 worden de keurlingen, dat zijn de plaatselijke wachten, te Waarschoot voor het eerst gemonsterd. Vanaf 27 maart 1589 worden de nog aanwezige inwoners gesommeerd samen met de soldaten van de Oudburg, gelegerd in de kerk, in te staan voor de bescherming van het dorp. De plaatselijke overheid doet wat zij kan en stelt elke nacht 4 weerbare mannen ter beschikking. Om de veiligheid in Waarschoot te verhogen worden er ook zogenaamde forten opgericht om de bos- en heidegebieden langsheen Waarschoots noorder- en oostergrens af te sluiten. Die "forten" zijn niet meer dan een aarden omwalling met vlecht- en houtwerk versterkt en voorzien voor logement voor een twintigtal soldaten, soms ook voorzien van een "corps de garde". Voorwaar geen omstandigheid om vredig landbouw te bedrijven! Ook de voortdurend passerende geregelde troepen schrikken er niet voor terug om, in de huizen waar zij ingekwartierd worden, alles wat eet- en drinkbaar is onder dwang op te eisen. Die troepen komen uit verschillende landen: Duitse huurlingen, Ieren, Bourgondiërs,... Zo kwamen op de "dysendach voor alde helighen dach" 1596 plotseling duizend Spanjaarden, Duitsers en Walen toe die zich verspreidden tot in Sleidinge. Zij eisten 1.500 pond brood half tarwe, half rogge, 264 pond Hollandse kaas en 9 tonnen bier. Die bevoorrading diende vanuit Gent per schip over de Lieve aangebracht en vervolgens per wagen verder doorgevoerd te worden. Tevens werd Waarschoot in 1597 en 1598 gevorderd 14 zakken rogge te leveren aan het Spaanse leger. Italiaanse hulptroepen, die vanuit Gelderland komen, worden eveneens bevoorraad. Op 18, 19 en 20 juli 1598 hebben de inwoners van Waarschoot op 3 dagen tijd 9 tonnen bier, 700 pond brood en 250 pond kaas moeten leveren aan plots opduikende soldaten. Precies op Oudejaarsavond 1599 en op nieuwjaarsdag 1600, wordt Waarschoot andermaal geteisterd, ditmaal door muitende Duitse troepen. Hadden ze te veel gedronken om het nieuwe jaar en de eeuwwisseling te vieren zo ver van huis? Rond 1604 ligt Waarschoot er totaal verwoest en desolaat bij: de helft van de bevolking is verlopen en gevlucht, de kerk ligt reeds 25 jaar in puin en zal nog eens zoveel tijd behoeven om behoorlijk hersteld te zijn. Vele inwoners hebben de gemeente voorgoed verlaten. Zieltogend ligt het geslagen dorp op betere tijden te wachten. Wolven en vossen komen tot op de drempels van de nog bewoonde huizen... Het is in deze, door oorlog geteisterde omgeving, dat wij de eerste sporen van onze voorouders terugvinden: tussen 1550 (en wellicht reeds eerder) en 1650 baten een aantal naamdragers, waaronder Peter De Baets, onze oudst bekende voorvader, er een aantal landbouwbedrijven uit. |
I ± 1545 : Stamvader De BaetsDe stamvader van onze familie werd geboren omstreeks 1545. Wij kennen op dit moment noch zijn voornaam, noch de naam van zijn echtgenote... Wij vermoeden echter dat hij op het Eeksken in Lovendegem woonde -of dat hij er in ieder geval een landbouwbedrijf uitbaatte- en dat hij minstens twee zoons had: Christoffel en Peter. Wij kunnen niet met stellige zekerheid beweren dat er nog andere kinderen in dat gezin waren, maar wij hebben wel een aantal zeer duidelijke aanwijzingen : Vooreerst vinden wij in de Staat van Goed uit 1656 van Jan De Baets - een kleinzoon van onze stamvader - de volgende passages, die onder meer handelen over diverse percelen "patrimonium" in Waarschoot en op het Eeksken in Lovendegem. Het gaat hier dus wel degelijk om familiebezit dat Jan van zijn ouders geërfd heeft :
Gronden van erfven dese weesen ghesuccedeert byde doot
ende overlydene van
Jan De Baets / hemlieder vader Saligher memorie Eerst ende alvooren competeert dese weesen een partye lants groot dry ghemete en 90 roeden lants ghelegen up de prochie van Wasschoot daer men noempt den brock tusschen Jaecques martens aende suytsyde ende oostsyde west Joris Hebbericht noort dhoirs van Lieven Van Vooren ende is patermonie Item competeert hemlieder noch een ghemet 174 roeden lants gheleghen up de prochie van Lovendeghem ghenoempt dhofstede namelijck ten Hecke / oost Jooris Nuyt / suyt Jan martens west ende noort Christoffele de Baets ende is patermonie Item competeert dese weesen noch vyftich roeden lants ligghende up de prochie van Wasschoot daermen noempt de gaveren ligghende vanden oostcant inne ghenoempt et alf bundere de vidua ende kinderen van Sarel De Baets vuer ghemeens int selve styck aende westsyde dit van St-Elisabeth binnen Gent aende oostsyde ten suytsyde Pieter marck ende is patermonie Het perceel "d'Hofstede" in Lovendegem vinden wij echter reeds 80 jaar eerder als familiepatrimonium vermeld, en wel in een Staat van Goed uit 1576 van het Graafschap Evergem. (Zie hierover meer bij de volgende generatie). Ook hier vinden wij weer een aantal naamgenoten op 't Eeksken: Margriet, Joris, Zeger en Christoffel... Joris De Baets, die als voogd in deze staat vermeld wordt, is vermoedelijk een broer van Margriet. Graafschap Evergem
- RAG 224 - f° 58 vo - Staat van Goed d.d. 5 december 1576
:
"Dit naervolghende es de staet van goede toebehoorende Janneken Temmerman fa Jooris die hij hadde in huwelicke bij wijlen Margriete 'sbaets ter salegher memorie de welcke overbrijnghen, als wettelicke ghezworen voochden Jan Schautheet ende Jooris de baets. - matrimoniale goederen in Evergem up de wijck Meerbeke (een behuisde hofstede) - een stick lants "de hofstede" binnen Lovendeghem - item noch d'een derde van eender hofstede daerup dat woont Pauwels Van Vooren in huwelick hebbende de weeze van Christoffel de baets - oost de selve hofstede - suyt Segher de baets Zie ook het XXste Penningkohier van Lovendegem (1572), wijck den brouck (1) : "Cristoffels de Baets haut in pachte van Joorys Temmerman 7 ghemeten lants voor 4£ gr. sjaers". Christoffel was toen dus blijkbaar nog in leven... Bijzonder merkwaardig is in dit verband natuurlijk ook het toponiem "De Baetsdreef", een landweg die vlakbij de spoorlijn op 't Eeksken ligt, uitgerekend op dezelfde plaats waar die diverse stukken "patermonie" gesitueerd zijn... Dit wijst er zonder enige twijfel op dat onze familie zeer goed bekend was op 't Eeksken... en terecht ! In het "Boek der Prochie van Lovendeghem van den lande" uit 1603 (2) - de kinderen van onze stamvader zijn dan ongeveer 35 jaar oud - vinden we maar liefst acht naamgenoten die land pachten of in eigendom hebben in het 9° Beghin "begripende de landen gheleghen over de Lieve": Lieven, Jooris, Adriaen, Pieter, Sacharias, Christoffel, Jan en Arendt. Samen zijn ze goed voor maar liefst 15327,50 roeden, met andere woorden: bijna 23 hectare, enkel en alleen al op het Eeksken! (Bron: opzoekingen van August De Baets.) De eerstgenoemde, Lieven De Baets, pacht er
in 1603 onder meer een stuk land van 489 roeden van "de weesen Jooris Van
de Velde"... En een van die "weesen" is niemand minder dan Frans
Van de Velde, die we later dan weer in Adegem terug zullen vinden als
pachter op het Goed ter Heiden,
en als schoonvader van III - Jan De Baets!
Die landweg draagt tot op heden nog steeds onze naam (3), al woont onze familie al eeuwenlang niet meer op het Eeksken: reeds in de Franse telling van het jaar IV (1796/1808) komt er geen enkele De Baets meer op de "Baetsdreve" voor... Vandaag de dag boert Jan Buysse op 'ons' Peerstick in de De Baetsdreef, en staat de school van 't Eeksken pal naast 'onze' Hofstede. Bekijk hier een kaart van het Eeksken, met aanduiding van de percelen die in de Staat van Goed van Jan De Baets vermeld worden en een aktuele foto van de dreef met de beide naambordjes: op het grondgebied van Lovendegem heet de dreef namelijk "De Baetsdreef", op Waarschoot "Baetsdreef". De families Nuyt en Lippens, die vier eeuwen geleden onze buren waren, bezitten er wél nog steeds grond, en woonden er trouwens ook nog in het jaar IV... (1) Messager des Sciences Historiques et Archives des
Arts de Belgique - Gent, 1847 - Pagina 169 e.v.
Notice historique sur la commune de Lovendeghem par Gyselynck, à Lovendeghem La 5e section, nommée Meyenbroeck, n'est connue dans les terriers qu'à partir du XVIII° siècle : avant 1692, elle est constamment désignée, dans les documents administratifs, sous le nom de Brouck; après cette année elle prend celui de Brouck-t'Eeckxken; un livre d'expertise des biens-fonds pour l'assiette des impositions communales, arrêté par les magistrats, notables et grands propriétaires fonciers, le 6 octobre 1603 dit tout bonnement Brouck, ce qui signifie marais, prairies marécageuses; effectivement, le sol de cette section nous démontre son état primitif; mais je n'ai pu découvrir d'où lui est venu la dénomination de Meyen : est-ce peut-être de ce que les magistrats de la seigneurie de Ten Broucke avaient coutume d'y tenir séance au mois de mai, ou de ce qu'une parcelle de terre y fourmille d'une herbe que le vulgaire nomme Meyboom? Il est possible aussi que Meyenbroeck signifie tout simplement prairie basse à faucher (mayen). De cette section fait partie un endroit généralement connu sous la dénomination de Diefhoek : son nom véritable est Drieschhoek; driesch signifie terre en friche, dans la langue romane Trieu, pâturage commun. Mais par la suite, ayant été convertie en terre arable, cette section aura continué de porter son nom primitif, le nom de Drieschhoek, changé par corruption en Diefhoek. Avant la suppression du régime féodal, on remarquait dans cette section, une grande propriété, composée de trois fermes importantes, connue sous le nom de Seigneurie de Nieuwenhove; elle possédait une cour de basse justice, mais le creusement de la Lieve, en 1539, sépara cette propriété de telle façon, que deux de ces fermes se trouvèrent en-deça de la Lieve, tandis que la troisième était située au-delà de celle rivière. La 6e section, Eekxken. De tout temps cette section a été confondue dans la précédente, sous la dénomination de Brouck - 't Eekxken; mais aujourd'hui elles forment deux sections séparées; il est bon d'observer qu'une partie de la section de Brouck-'t Eekxken, et notamment celle qui fit partie de la seigneurie de Ten Broucke, dépendait au moyen-âge judiciairement des magistrats de la seigneurie de Lovendeghem, qui y était bornée par un large fossé nommé den Watergang, traversant la commune du sud-ouest au nord-est, en prenant sa source dans le canal de Bruges à l'endroit den Craeyenbosch, pour se jeter dans la nouvelle Lieve; tandis que l'autre partie et toute la sixième section, à commencer audit fossé et jusqu'au Schoordam, maintenant la chaussée de Gand à Bruges, était incorporée dans la jurisdiction de la keure de Lovendeghem, Waerschoot et Sleydinge, accordée en septembre 1268, par la comtesse Marguerite, à la seigneurie de St-Bavon. Eeke, vieux mot flamand, signifie angle, limite; aussi cette sixième section forme-t-elle un angle, et la limite de la commune et de celles de Waerschoot , Sleydinge et Everghem. La 7e section, Loo. Il résulte de tous les documents que nous avons consultés, que cette section n'a point changé de nom; elle est exclusivement désignée sous celui de Loo qui signifie bois, d'où elle doit avoir tiré l'origine de son nom.
(2) Boek der Prochie van Lovendeghem van den lande - RAG - Lovendegem
- n°6
"Dat es den bouck gemaeckt up de deught van de landen der prochie van Lovendeghem, by baill., schepenen en pointers en zetters, mitsg. de naervolghende ghedenommeerde persoonen, daer toe van schepenen by advise van pointers ende zetters voornoemt gheauthoriseert, te wetene : Marten Slock, over den wyck van Loo; Henderick de Cupere, over den wyck der Kercke ende Laerestraete; Arent Kerckaert, over den wyck van Appensvoorde; Gheerolf Claeys Martens, over den wyck van Breedestraete; Jan Teirlinck, over den wyck van den Brouck, mitsgrs Abraham Van den Kerchove, over den wyck van Oostveld, den 6 octob. 1603."
(3) Wij zoeken op dit moment zeer actief naar alle sporen in en om die dreef:
de naam komt voor 't eerst voor in een document uit 1685 (RAG LOV 243 IX, 136),
waar de Baets dreef als toegangsdreef tot het hof ter
Bijle vermeld wordt (dat hof wordt nu door de omwonenden "de
Mote" genoemd). Er is in hetzelfde jaar ook nog sprake van de Baets'bilken
(RAG LO 243-VI, 80). Bron: Meetjeslandse toponiemen tot 1600 - Een uitgave van
de Stichting Achiel De Vos.
Ons vermoeden is dat tenminste een aantal van de zes naamgenoten die in 1603 op het Eeksken landbouwbedrijven uitbaatten afstamden van dezelfde stamvader :
|
II ± 1570 : Peter De BaetsPeter De Baets - onze
tot nu toe oudst bekende stamvader - werd geboren omstreeks 1570. Peter De Baets zelf was omstreeks 1595 gehuwd met een zekere Joanna, die eveneens De Baets wordt genoemd in haar overlijdensakte van 6 april 1638 ("vidua Petris De Baets"), maar die naar wij vermoeden in werkelijkheid Temmerman heette: zie hieromtrent bij de vorige generatie de Staat van Goed van het Graafschap Evergem uit 1576, waarin sprake is van het perceel d'hofstede in Lovendegem. Wij lezen in die staat dat een zekere Janneke Temmerman,
dochter van Joris Temmerman en Margriet De Baets,
in 1576 minderjarig is en dat zij onder meer het perceel d'hofstede
erft - hetzelfde stuk land dat we in 80 jaar later als "patermonie"
terugvinden in de staat van goed van Jan De Baets (Generatie
III). Het ziet er dus naar uit dat Peter met zijn nicht getrouwd was, en dat "d'hofstede"
op die manier (opnieuw?) in het bezit van onze familie kwam.
Wij weten dat Peter en Joanna meerdere kinderen hadden (Peter, Maria, Christoffel, Joris, Jan, Karel, Lieven en Anna) en dat zij grond bezaten op de grens tussen Waarschoot en Lovendegem, halfweg tussen de wijk Hooiwege in Sleidinge (waar de stam van August en Mark De Baets en die van Robert De Baets hun oorsprong vinden) en de wijk Arisdonk / Oostmoer in Waarschoot (waar de stam van Yves De Baets in diezelfde periode gevestigd was). Zoals wij reeds eerder lazen, worden een drietal percelen "patermonie" bij naam genoemd in de Staat van Goed, opgesteld in 1656 bij het overlijden van hun zoon Jan (zie volgende generatie). Sinds kort hebben wij ontdekt dat die percelen heden ten dage nog steeds bestaan: d'Hofstede, het Peerstick, den Brock, de Gavers en "ten Hecke" liggen nog altijd precies waar ze in 1600 lagen: Ten Hecke is namelijk niets anders dan 't Eeksken, een wijk op de grens tussen Waarschoot en Lovendegem, waar onze familie blijkbaar zo talrijk was -of zoveel land bezat- dat er een landweg naar ons genoemd is. Jan blijkt in 1656 een van die stukken patermonie "vuer ghemeens" te hebben met de erfgenamen van Sarel De Baets, op de Gavers in Waarschoot, een akker tussen de Baetsdreef en het Eeksken. (Bron: Stadsarchief Gent / fonds Groot Begijnhof nr 216, met dank aan Luc Neyt voor de tip!). De term veurgemeens heeft betrekking op een aantal kavels die in één en hetzelfde perceel liggen, en die onderling enkel begrensd zijn door een gemeenschappelijke ploegvoor en niet door een gracht of andere afbakening. In ons geval vormden die beide kavels oorspronkelijk slechts één enkel perceel "patermonie", wat bevestigd wordt door de beschrijving van hetzelfde stuk land in het Landboek van Waarschoot uit 1639 (RAG n°398) : XI° Beloop - fo. 242vo : Jan ende
Chaerles De Baets hebben west daeran een stick lands ghenaempt den
langhen brouck, suudt Jacques Martens, noordt Marten Andries, west de naervolghende
partijen, groot 3gh 10r /Gebr: Chaerles De Baets
Het bovenstaande wijst er op dat Sarel en Jan wellicht broers zijn. Nu is de voornaam Sarel (Charles of Carolus) eerder zeldzaam bij de familie De Baets: in "De afstammelingen van Zeger en Diederik De Baets" -het indrukwekkende familieboek van August De Baets uit Melle- komt deze voornaam slechts vijf keer voor. In drie van de vijf gevallen gaat het bovendien om kinderen die niet eens de leeftijd van één jaar haalden (Ursel/Bellem). Wij vonden in de parochieregisters van Lovendegem slechts één enkele Sarel De Baets die in aanmerking kan komen als generatiegenoot van Jan, en dat is Carolus, zoon van Peter De Baets en Joanna, geboren op 9 maart 1611 in Lovendegem. Deze Carolus had een tweelingbroer Lieven. De doopmeter van Carolus was Maria Martens, fa. Lieven; de dooppeter van Lieven De Baets was Lieven Martens zelf... We zullen verder zien dat er nog meer duidelijk aanwijsbare banden zijn tussen onze familie en de Waarschootse/Lovendegemse familie Martens. In de ondertrouwakte van Jan lezen wij duidelijk dat hij een zoon is van Peter, maar de parochieregisters van Lovendegem beginnen pas in 1609, en het is ons dus onmogelijk om met zekerheid te stellen dat "onze" Jan -geboren omstreeks 1597- wel degelijk een broer is van Karel en dus een zoon van het echtpaar Peter en Joanna. Maar toch: bij het huwelijk in 1631 van Joris De Baets -de broer van Jan- met Baldewina Van de Velde -de schoonzus van Jan, en net als Mayken een dochter van Frans van de Velde en Janneke Martens- is een Peter De Baets getuige... En bij de geboorte in 1635 van Peter De Baets -de oudste zoon van Jan- is dan weer Anna van de Velde doopmeter "in plaats van Joanna, uxor Peter De Baets"! Het is overduidelijk dat het hier om dezelfde mensen gaat, en dat de families Martens, Van de Velde en De Baets zeer nauw met mekaar bekend en/of verwant waren... Bij het overlijden van Jan wordt trouwens weer een Peter De Baets voogd paterneel over de minderjarige kinderen, een eer die meestal te beurt valt aan nauwe verwanten van de overledene. Sterker nog: die Peter heeft Jan, kort voor zijn dood, nog 34 ponden geleend, en heeft "de tafelcosten ende schoelt ghelt van Frans ende Jaecques, de twee weesen, van hemlieder onderhout sedert et overlydene van hemlieder vader" voorgeschoten! Het staat echter vast dat het hier niet om de vader van Jan gaat (die is immers reeds in 1633 overleden), maar eerder over een broer of een neef - of over zijn oudste zoon... Christoffel De Baets, die in 1656 ten westen en ten noorden van "d'Hofstede" boert (op het "Beeksken", dus) is misschien een andere broer van Jan (wat wij betwijfelen, want Christophorus, "juvenis fs. Petris" is reeds op 10 januari 1630 overleden); er kan dus ook hier weer sprake zijn van een neef - buurman! Aanwijzingen genoeg dus om te veronderstellen dat Peter Jr., Joris, Sarel en Jan wel degelijk broers waren en duidelijke vermoedens dat Christoffel jr. ook tot de naaste familie behoorde. Maar er is meer: wij lezen in de Staat van goed van Frans van de Velde en Janneke Martens d.d.10 december 1633 (RAG - Ambacht Maldegem - Bundel 3/15 - 1633) dat niet alleen onze familie, maar ook die van Frans Van de Velde -de vader van Monica, Baldewina, Mayken, Jacobus en Anna- in oorsprong ook uit Waarschoot en uit het Eeksken kwam, waar ze goed bekend was met de familie De Baets en waar ze diverse percelen land bezat die vlakbij de onze gelegen waren! Er is in die staat onder meer sprake van een behuisde hofstede "ghestaen ende gheleghen binnen de prochie van Waerschoot in den wyck ghenaempt de Hooghe Voorde, daer Joorys Martyns nu teghenwoordigh up woont" en van nog een andere hofstede "also die gestaen ende gheleghen es binnen de prochie van Lovendeghem in den wyck ghenaempt het heecscen..." Wij vermeldden hierboven ook reeds dat Lieven De Baets in 1603 een stuk land van 489 roeden in pacht heeft van "de weesen Jooris Van de Velde" - en Frans is een van die "weesen". Zeker is dat Janneke Martens, de moeder van het gezin Van de Velde, een Waarschootse was: ze had er minstens twee broers, Joris en Peter, van wiens kinderen Frans en Baldewina Van de Velde dooppeter en -meter waren. Omgekeerd (zie hierboven) waren meerdere leden van de familie Martens dooppeter of -meter van de Lovendegems / Waarschootse tak van onze eigen familie... Eveneens zeker is dat de oudste kinderen Van de Velde niet in Adegem geboren zijn: de familie van Frans Van de Velde -fs. Joris- kwam zich namelijk pas op Kerstdag 1615 in Adegem vestigen, als pachters van het Goed Ter Heiden (Bron: H. Notteboom - "Adegemse Hoeven", 1981). Daarom wordt Mayken, geboren in 1610, dan ook terecht "vrinde desen Ambachte ende Baronnie van Maldeghem" genoemd in de Staat van Goed uit 1656... De jongere kinderen van Frans en Janneken (te beginnen met Jan, geboren in 1619) vinden we wél in de parochieregisters van Adegem terug. Ter verduidelijking van wat vooraf gaat hebben wij gepoogd de wel erg ingewikkelde familierelaties in het begin van de 17°eeuw tussen de families De Baets, Martens, Van de Velde en De Meyere uit respectievelijk Lovendegem, Waarschoot en Adegem in kaart te brengen. Het resultaat kunt u bekijken op dit PDF-bestand van 27 Kb:
Uit het huwelijk van Peter De Baets en Joanna Temmerman zijn geboren:
|
III e ± 1597 : Jan De Baets
Jan De Baets werd geboren omstreeks 1597 - vermoedelijk in Lovendegem, Waarschoot... Hij trouwde op donderdag 17 november 1633 te Adegem met de 23-jarige Mayken Vande Velde, fa. Frans en Janneken Martens, geboren te Lovendegem op 14 december 1610, en dus evenals haar echtgenoot afkomstig van "buiten het Ambacht Maldegem". Doopakte van Maria van de Velde, fa. Frans Vanden Velde en zijn echtgenote Joanna (geen familienaam vermeld). Jan Van Speybrouck was peter en Maryken Van Keerckhove meter. Getuigen bij het huwelijk van Jan en Maeyken waren Georgius (=Joris) De Baets en Peter van Loo. De ondertrouw had -volgens de transcriptie in de parochieregisters van Lovendegem- plaatsgevonden te Gent op 26 october 1633... Wij hebben de originele akte echter in geen enkele Gentse parochie kunnen terugvinden, wat betekent dat de ondertrouw er niet genoteerd werd, of dat deze plaats vond in de Sint Niklaaskerk, waar de gegevens voor de periode van juli 1623 tot juli 1635 ontbreken... Ondertrouwakte van Jan De Baets en Maria Van de Velde, 26 oktober 1633 (Transcriptie in de parochieregisters van Lovendegem) 26 Octob. Affidati sunt Gandavi Joannes de Baets fs. Petri & Maria van Velde Huwelijksakte van Jan De Baets en Maria van de Velde, 17 november 1633: November 17. Coniunxi Matrim. premissis tribus denuntiatio- nibus Joannis De Bats et Mariam Vande Velde praesentibus testibus Georgius de Bats et Petrus Van Loo De geschiedenis van deze generatie begint jammer genoeg in wel bijzonder dramatische omstandigheden voor de toenmalige pachters van het Goed Ter Heiden en voor de Lovendegemse familie De Baets: in de zomer van 1633 -een paar maanden voor het huwelijk van Jan en Mayken- komen in de beide families een abnormaal hoog aantal sterfgevallen voor :
Een pestepidemie? Oorlogsgeweld? Wie zal het zeggen... Was dat de reden waarom "onze" Jan -36 jaar oud, zonder twijfel een oude bekende van de familie en vermoedelijk zelfs verwant met de Van de Veldes en/of de Martens- in 1633 van 't Eeksken naar Adegem kwam om de 23 jarige Mayken onder zijn hoede te nemen? We kunnen er slechts naar gissen... maar erg vrolijk was de huwelijksplechtigheid naar alle waarschijnlijkheid niet ! Joris De Baets - broer van Jan en getuige bij diens huwelijk - was twee jaar eerder, op 14 augustus 1631, te Adegem getrouwd (en er volgens de parochieregisters van Lovendegem op 25 mei van datzelfde jaar ondergetrouwd) met Baldwina van de Velde, de zus van Mayken. Getuigen bij dit huwelijk waren Peter De Baets en Frans van de Velde, die toen allebei nog in leven waren: 25 Maii Affidati sunt in Adeghem Ge- orgius de baets & Balduina van Velde Augustus 14. Coniunxi Matrimonio premissis tribus denuntiationibus Georgius de Bats et Balduinam Vande Velde praesentibus testibus Fransiscus Vande Velde et Petrus De Bats --------- Jan en Mayken werden op korte tijd welstellende boeren op de Murkel in Adegem. De hofstede waar zij woonden bestaat nog steeds, en is onlangs grondig gerestaureerd door de huidige bewoners, Guy Vogelaere en Sofie De Vreese. In de Staat van Goed, opgemaakt na hun overlijden, lezen wij -dank zij Marc Ballegeer, die voor de transcriptie zorgde- dat Jan en Mayken beide "vrinde desen Ambachte ende Baronnie van Maldeghem" waren. Bij verdere lezing valt op dat Mayken niet bepaald met lege handen naar het huwelijk kwam: samen met haar zus Monica had zij van haar ouders flink wat land in Adegem geërfd. Maar ook Jan bezat reeds van vaderszijde ("patermonie") een paar gemeten grond in Waarschoot en Lovendegem. Tijdens hun huwelijk kochten zij nog grond bij in Adegem en Waarschoot, en zelfs na het overlijden van Mayken kocht Jan nog percelen in en om de Murkel en op de Kerselare. Daarnaast pachtten zij nog flink wat grond: de erfgenamen waren in 1656 het indrukwekkende bedrag van 212 ponden schuldig "aende meersters vant pachtgoet, daer den overledene ut verstarf, van pachte verschenen et leste jaer kersmesse 1655". Zij hadden echter zelf ook pachters: onder andere schoonbroer Joos De Meyere (11 pond Gr.) en Frans Nuyt, een buurman op 't Eeksken (11 pond en 10 schellingen). Misschien was die Frans Nuyt ook een schoonbroer: Jacoba Van Vooren -de weduwe van Karel De Baets- was immers op 22 october 1651 te Lovendegem hertrouwd met een Fransiscus Nuyt... Een zekere Joris De Baets (misschien een neef - in ieder geval niet de broer van Jan, want die is reeds in november 1637 overleden), was ook nog 4 ponden pacht schuldig... De beide echtgenoten overleden te Adegem, en werden er met een "hoogste dienst" begraven: Maria op 19 februari 1653 -42 jaar oud- en Jan tweeënhalf jaar later, op 9 november 1655. Hij werd 58 jaar. Bij het lezen van de overlijdensakte van Jan, valt op dat de pastoor een paar vergissingen maakt:
Leken de beide zussen Van de Velde zo goed op mekaar (waren zij misschien tweelingen - wat geen uitzondering was in de familie van hun moeder!), of had de pastoor die dag iets te diep in het glas gekeken? Hoe dan ook, de overlijdensakte klopt niet: wij weten met stellige zekerheid dat Jan niet de weduwnaar was van Baldewina maar van Mayken, die overigens geen 40 maar 42 jaar oud werd...
Joris De Baets en Baldewina Van de Velde
hadden twee zoons, allebei geboren in Lovendegem:
Peter (°24 juni 1635, +17 juni 1680) en Georgius (°9 januari 1638, +?). Joris senior ("Fs. Petrus") overleed te Lovendegem op 2 november 1637, een paar maanden voor de geboorte van zijn jongste -en naar hem genoemde- zoon. Baldewina hertrouwde op 20 april 1638 te Lovendegem met Andreas De Ruyter -ook soms vermeld als De Reyter- die op 29 october 1638 peter was bij de doop van Andreas De Baets, zoon van Karel De Baets (de broer van Jan) en Jacoba Van Vooren (die in de doopakte verkeerdelijk als "Martina" vermeld wordt). Het echtpaar Andreas De Ruyter en Baldewina Van de Velde had vijf kinderen: Catharina (° 26 augustus 1639 - Peter: Judocus Van Leeuwe, Meter: Jacoba De Baets) Fransisca (° 14 juli 1642 - Peter: Petrus Martens, Meter: Joanna Van de Velde) Judocus (°11 juni 1645 - Peter: Judocus De Ruyter, Meter: Margareta Paus) Judoca (°11 september 1648 - Peter: Georgius Martens, Meter: Judoca De Ruyter) Andreas (°3 maart 1651 - Peter: Martin Slock, Meter: Anna De Baets)
Baldewina overleed op 27 december 1654 "hora prima vesperi" te Lovendegem. Haar weduwnaar Andreas De Ruyter hertrouwt er op 8 october 1659 met Livina De Remmerie (ook vermeld als "Rimarie" en "Remarie").
Andreas zelf overlijdt in Lovendegem op 24 augustus 1678... Uit het huwelijk van Jan De Baets en Mayken Vande Velde zijn geboren:
|
IV d - 1643 : Jacob De BaetsJacob De Baets, geboren op 11 april 1643 te Adegem en er overleden op 17 januari 1702. Doopakte van Jacob De Baets - Jaecques vande Velde was peter en Cornelia (echtgenote van Jan van Leuwe) was meter Hij trouwde op 18 oktober 1664 te Adegem met Cornelia De Vulder,
fa. Gillis (en zuster van Joanna, de echtgenote van Frans, broer van Jacob), geboren
in 1638 en begraven op 20 juni 1678 te Adegem. Getuigen bij het huwelijk waren Nicolaas Bauts en Livina de Vuldere. Uit dit eerste huwelijk van Jacob De Baets met Cornelia De Vulder zijn geboren:
Staat van Goed d.d. 31-10-1685 van Cornelie de Vulder, fa Gillis
RAG - Staten van Goed Ambacht Maldegem - Bundel 70 / 13 + vrouw van Jaecquis de Bats + 25.6.1678 M prochie Adegem x Jaecquis de Badts, weduwnaar, waarvan 4 kinderen.: Jan 12 j, Gillis 5 j, Petronelle 2 j.en Marie 8 j. Voogd paterneel : Frans de Baedts, voogd materneel: Jan Valcke.
Jacob is, na het overlijden van Cornelia, op 15 augustus 1680 te Adegem hertrouwd met Anna (Joanna / Tanneken) Claeys, geboren op 27 maart 1642 te Maldegem. Getuigen bij dit huwelijk waren Jan de Vulder en Magdalena Magerman. Uit dit tweede huwelijk van Jacob De Baets met Anna Claeys zijn geboren: Staat van Goed d.d. 10 april 1702 van Jacquys de Baedts
+ LM prochie Adegem op 23 januari 1702 (in het parochieregister wordt
als overlijdensdatum 17 januari vermeld...)
RAG - Staten van Goed Ambacht Maldegem - Bundel 94/13 Tanneken Claijs wed. en H.(ouderige). Deze st. overgevende aan Jan de Baedts fs Jaequys en aan Pieter Perdaen x Pieternelle de Baedts fs Jaecquys en aan Pieter Wittevronghel V.P. Jan de Baedts V.M. en Lieven Danckaert vader en voogd van de 3 minderjarige K. gewonnen in x met Marye de Baedts fa Jaequys alle 3 gewonnen met Cornelie de Vulder in x, Jan, Marie en Pieternelle drie staken van "den eersten bedde". Voorts Jan de Baedts V.P. en Jaequys Clays. V.M. van de 5 minderjarige K. die deze + heeft gewonnen met Tanneken Clays in xx: Jacobus 8 j, Madeleene 20 j, Cornelie 17 j, Joanna 14 j en Anna Franchoyse 10 j. Mag. Lieven de Coorebiter en Jan Wouters schepenen. Pecsteen griffier.
Anna Claeijs is dan, na het overlijden van Jacob, op haar beurt (en op 61-jarige leeftijd !) nog hertrouwd met Peter de Vos, op 5 mei 1703 te Adegem. Zij overleed op 1 november 1718...
Staat van Goed d.d. 6 februari 1719 van Tanneken Claeys fa. Jaecques, overleden in Maldegem Ambacht op 2 november 1718.
RAG - Staten van Goed Ambacht Maldegem - Bundel 136 / 12 Weduwnaar en houder van de staat was Pieter de Vos fs. Jan. Deze staet overghevende aan Jacobus De Baets, jonkman, voorts aan Jan Lambrecht x Magdaleene de Baets, Elias de Rijcke x Cornelia de Baets en Livinus de Muynck x Joanna de Baets, alle vier kinderen van de overledene gewonnen in haar eerste huwelijk met Jacques de Baets "en alzo vier staken ten dezen sterfhuize"... |
V a - 1665 : Jan De BaetsJan De Baets, geboren op 17 september 1665 en overleden op 18 december 1724 te Adegem Doopakte van Jan De Baets - Judocus de Meijere was peter en Magdalena de Vuldere meter. Jan trouwde op zaterdag 28 april 1691 met Joanna De Smet, fa. Peter en Petronella Pijnckel, geboren te Oostwinkel op 26 april 1658 en overleden te Adegem op 2 januari 1728. Getuigen waren Jacob De Baets en Catharina De Smet. Uit het huwelijk van Jan De Baets met Joanna De Smet zijn geboren: Staat van goed d.d. 13.05.1726 (Ambacht Maldegem) van
Jan De Baets fs. Jaecques.
RAG - Staten van Goed Ambacht Maldegem - Bundel 160 / 2 (Volgens de parochieregisters van Adegem overleed Jan op 18.12.1724, volgens de staat van goed de 20ste.) Jan de Baets fs Jaecques + A 20.12.1724. Welke staat heeft doen maken Janneken de Smet fa Pieter weduwe en houderigge. Deze staat overgevende aan Jan 32 j., Lieven 30 j., Jacobus 27 j. Voorts de voornoemde Jan de Baets V.P. en Jan Dobbelaere x Joosijntien de Brabander, dochter van de H. in haar eerste huwelijk, V.M. van Pieter 24 j. makende samen vier hoofdstaken en kinderen van de overledene gewonnen met de H. Mag. Jan de Zuttere en Jan de Coorebiter schepenen. Pecsteen griffier. Volgens deze akte was Jan 57 jaar toen hij stierf. Joanna overleed twee jaar later, op 2 januari 1728.
|
VI d - 1702 : Pieter De BaetsPieter De Baets, geboren
op 4 juni 1702 te Adegem en overleden op 15 september 1756 Doopakte van Pieter De Baets - Petronnella Bauts was meter. Hij trouwde op 11 juni 1730 te Middelburg (B) met Magdalena Van Hecke, dochter van Peter en van Petronella Longherspeij, geboren op 5 maart 1707 te Maldegem. Tertio proclamati tam in eccl(esi)a de adeghem quam in heede eccl(esi)a informata intracto ibidem coram predicatio matrimonio inter petrum de baets et magdalenam van hecke contraxerunt eadem die coram me infrascripto in eccl(esi)a middelburgi flandrorum testes Jacobus de baets et amelberga hugebaert - fr bertinus C(armelitus) ex heyle ... "Na de derde afroeping, zowel in de kerk van Adegem als in de kerk van Eede, waarin -vóór de preek- het huwelijk tussen Petrus De Baets en Magdalena Van Hecke werd aangekondigd, zijn ze op deze dag, in aanwezigheid van mij ondergetekende, gehuwd in de kerk van Middelburg in Vlaanderen. Getuigen: Jacobus de Baets en Amelberga Hugebaert - Broeder Bertinus, Karmeliet uit Heyle." (Transcriptie : Gothard De Coninck.) Op 14 december 1740 vinden wij het gezin terug op de Broeken, een wijk die bij Raverschoot aan de overkant van de Lieve ligt. Juridisch gesproken hoort die wijk bij Eeklo, maar kerkelijk hoort hij bij de parochie Adegem...
Functie- en woonstaanvragen in Eeklo 1701 - 1796 (Stadsarchief Eeklo 201 en 202 - bewerking door Marijn Claeys)
Register inhoudende acten van admissien tot bedienen van eenighe functien midtsgaeders t'nemen van woonynghe binnen de stede ende vryhede van eecloo, onderhouden ter greffie der selver stede begonst den XXVIIden april 1701. Register 201, fo. 128v.: De Baets Pieter (fs. Jan en Joanna De Smet) uit Adegem, landbouwer op hofstede in het spirituel; 14/12/1740 Volkstelling Prochie van Adeghem - 1748 - Rijksarchief
Brugge, Modern archief 1ste reeks - nr.558
"Jurisdictie Eecloo ende ter deser prochie van Adeghem kerckelyck" Pieter De Baets, wever - (ghebruycker van 8 ghemet) - Magdaleene Vanhecke syn huysvrauwe Kinderen: Pieter oudt 17 jaeren, Marie 15 jaeren, Jacobus 14 jaeren, Bernaerd 12 jaeren, Jan 10 jaeren, Anna 7 jaeren, Livine 4 jaeren, Joanne 3 weken. Merk op : zoon Vincent (3 jaar) ontbreekt op deze lijst ! Pieter De Baets overlijdt thuis op zijn hofstede in de Broeken, op 15 september 1756: Overlijdensakte van Pieter De Baets. Zijn echtgenote wordt hier verkeerdelijk als "Maria Magdalena" vermeld, en ook de ouderdom van Pieter (58 jaar) is fout ingeschat. Staat van goed d.d. 12 mei 1757 van Pieter De Baets
RAG - Staten van Goed Ambacht Maldegem - Bundel 255 / 9. Overleden "op de jurisdictie der stede van Eecloo op den wijck van de Broecken, kerckelickheyt van Adegem". De staat van goed vermeldt 15 november 1756 als overlijdensdatum, maar volgens het parochieregister was de juiste datum 15 september. Weduwe en houdster van de staat was Magdeleene Van Hecke fa. Pieter. Voogd paterneel was Lieven De Baets (VI b), broer van de overledene. Voogd materneel was Pieter, de oudste zoon, "sijn selfs bij competente oude van jaeren". Acht kinderen waren nog in leven: Pieter, Jacobus, Bernaert, Jan, Vincent, Catherine, Lievijne en Joanne Therese. Magdalena hertrouwde op 30 mei 1758 te Adegem met Henri Haeck. Getuigen hierbij waren Jacob Haeck en Joanna vande Velde. Uit het huwelijk van Pieter De Baets met Magdalena Van Hecke zijn geboren:
De Broecken op de Kabinetskaart
der Oostenrijkse Nederlanden, (Koninklijke Bibliotheek van België, detail).
|
VII a - 1731 : Pieter Jan De BaetsPieter Jan De Baets,
geboren te Adegem op 9 maart 1731 en overleden te Eeklo op 8 mei 1782 Doopakte van Pieter Jan De Baets Andreas de Smet was peter (per procuratie van Nicolaas de Bruijckere) en Judoca de Brabandere was meter. Hij trouwde op 2 mei 1758 te Adegem met Anna De Smet, dochter van Jacob en van Joanna Geirnaert, geboren te Adegem op 6 augustus 1732 en overleden te Eeklo (kerkelijk Adegem) op 25 maart 1769 Staten van Goed Eeklo - Akte nr. 1034 / 279 , d.d. 5 juli 1769:
Staat van goed van Anne De Smet, fa. Jacques en Joanne Geirnaert. Zij overleed te Eeklo "in den broecken" op 25 maart 1769. Kinderen: Marie 10 jaar, Pieter Jacobus 5 jaar en Joanne 1 jaar. Voogd paterneel was Joannes De Smet en voogd materneel Jacobus De Baets. Nota: Houder heeft schulden aan zijn tante Livyne Joanne en oom Vincent De Baets Staten van Goed Eeklo - Akte nr. 1038 fo. 78 v , d.d. 01 mei 1783:
Staat van goed van Pieter De Baets fs. Pieter en Magdalena Van Hecke. Hij overleed te Eeklo "in den wijck genaamd de broecken" op 8 mei 1782. Weduwe was Marie De Baets fa. Jooris en Jacquemijntje Verheecke. Kinderen: Martinus 23 jaar, Pieter 21 jaar en Joanne 14 jaar uit zijn eerste huwelijk met Anna De Smet. Jan Frans 11 jaar en Anna Catherina 8 jaar, twee kinderen uit zijn huwelijk met Marie De Baets. Voogd paterneel was Jacobus De Baets (oom) en voogd materneel was Jooris De Baets. Uit het eerste huwelijk van Pieter Jan De Baets met Anna De Smet zijn geboren:
Pieter Jan is -na het overlijden van Anna- te Adegem hertrouwd op 15 juli 1769 met Marie Magdalena De Baets, geboren te Sleidinge in 1736 en overleden te Adegem op 7 april 1786. Zij was een dochter van Jooris (Georg) De Baets (°1692 +1747) en Jacquemijntje Verheecke (+1751). Deze aangetrouwde familie De Baets was afkomstig uit Sleidinge, maar woonde op Raverschoot. Er was
daar nog een dochter, Jeanne (spinster, overleden te Adegem op 23 december 1804,
getrouwd met Jan De Keuning uit het "Nullestraatje") een zoon Joris,
overleden in Adegem op 14 juli 1802, en een ongehuwde zoon Ferdinand, geboren
omstreeks 1741 en overleden op 26 juli 1763. Nog een derde dochter, Petronelle,
was getrouwd met Pieter Van Vooren, fs Jacques en Barbara Servijt, die te Adegem
overleed in januari 1768 (Staten van Goed Eeklo - akte nr. 1034 fo. 256 v, dd. 9/2/1769)
Uit het tweede huwelijk van Pieter Jan De Baets met Marie Magdalena De Baets zijn geboren:
|
Maldegem | Adegem | Adegem 2 | Maldegem 2 | Maldegem 3 | Oostwinkel | Adegem 3 | Eeklo |
Hartelijke dank voor hun bijdragen en medewerking aan:
Jenny Herrebout, Adegem / Maldegem |