- Wever in een fabriek in Gent
- Geboren op 15.11.1804 (24 brumaire XIII) te Lovendegem
- Tweede (?) huwelijk (op 46-jarige leeftijd) op 27.11.1850 te Gent met Amelia
De Lombaert (afkomstig uit de streek rond Aalst), 4 kinderen
- Overleden op 18.8.1884 te Gent
- De familie woont in het centrum van Gent in arbeidersbuurt
- België wordt onafhankelijk in 1830
- De eerste spoorweglijn in België van Brussel naar Mechelen in 1835
- Neemt zeer waarschijnlijk deel aan "het katoenoproer van Gent" in 1839
- Hongersnood in 1845 en in 1848-1849 door mislukte oogsten
De geboorteakte van Carolus Franciscus De Baets geboren in 1804, tijdens
de Franse overheersing, is uiteraard in het Frans gesteld en met aanduiding van
de datum volgens de republikeinse kalender (24 brumaire van het jaar XIII = 15.11.1804).
In die akte gebruikt men de Franse voornamen Charles François. In
de volksmond zal hij wel "Charel" geheten hebben. Wij gebruiken in deze tekst
verder zijn "Latijnse" naam.
Opnieuw is het Jan Impens, burgemeester die de akte van Carolus Franciscus
verlijdt, zoals de huwelijksakte van zijn vader Petrus. Dooppeter is Martinus
De Baets (de grootvader VIII.3)
Geboorteakte van X.1.Carolus Franciscus
Tekst van de geboorteakte:
L'An treize de la république française Le Vingt
Cinque
jour du Mois de Brumaire à dix heures du matin
Acte de Naissance de Charles françois
De Baets né hier a trois heures du matin fils
de Pierre tisserant de profession et de Marie Catherine
Van hyfte Demeurant a Lovendeghem Section oostvliet. Le
sexe de L'enfant a été reconnu être mâle, Premier témoin
Martin de Baets tisserant agé de soixante & sept ans
second témoin Jean Baptiste Tingo (?) tisserant agé de trente un
ans Tous deux demeurans dans la meme commune et
section. Sur la réquisition a nous faite par le dit
Pierre de Baets père de l'enfant lequel a signé.
Constaté après avoir fait lecture aux parties comparantes
suivant la Loi par moi Jean Impens Maire de la Commune
de Lovendeghem faisant les fonction d'officier public de l'état Civil
P de Baets - J Impens Maire
Is Carolus Franciscus tweemaal gehuwd geweest? Dit werd nog niet onderzocht.
Wel beleeft hij belangrijke historische gebeurtenissen:
bij de onafhankelijkheidsverklaring van België in 1830 is hij 26 jaar oud.
Zou hij dat in Gent meegevierd hebben of zou hij toen nog in Lovendegem gewoond
hebben in de Bredestraat? De bevolking van Lovendegem bedroeg in 1835: 4560 inwoners
(waarvan slechts 69 kiesgerechtigden "électeurs"!). In 1833 telt
men er 140 behoeftigen, in 1834: 129, in 1835: 115. De "Breedestraat"
is wel het meest bevolkte deel, met, zoals reeds eerder vermeld, een zeer sterke
concentratie van ambachtelijke wevers. In het gemeentelijk archief vonden we,
op een totaal van 4551, de volgende aantallen inwoners, per wijk geteld op 19.03.1836:
Breedestraete: 1171, Appensvoorde: 235, Eeksken (bestaande uit Drieshoek, Akker
en Baetsdreve): 483, Dorp: 1084, Loo: 636, Meyenbrouck: 266, Oostvelt: 414, Rabot:
262.
We hebben nog niet kunnen vinden wanneer Carolus Franciscus het arme
leven van ambachtelijke wever te Lovendegem verlaten heeft met de hoop op een
beter leven als arbeider in een textielfabriek te Gent.
In 1840 had de Belgische Regering een commissie aangesteld om de dramatische stagnatie
van de ambachtelijke lijnwaadindustrie te onderzoeken. Uit een brief van 14 april
1840 opgesteld door Gouverneur baron de Schiervel, voorzitter van de Senaat (tevens
gouverneur van Limburg) volgt een rapport dat op 28 april 1840 wordt voorgelegd
aan de onderzoekscommissie.
(Lees hier de samenvatting
van de inhoud van dat rapport betreffende Lovendegem)
Ook zal hij wel vernomen hebben dat in 1835 de eerste stoomtrein op het Europese
vasteland van Brussel naar Mechelen gereden had aan de verbazende snelheid van
40 kilometer per uur!
Zeer waarschijnlijk heeft Carolus Franciscus het "katoenoproer" van
1839 in Gent beleefd wanneer hij 35 jaar oud is.
We verhalen hier deze, voor de beginnende sociale geschiedenis van het jonge
België minder bekende dramatische gebeurtenissen.
(Bron: Gita Deneckere "Het Katoenoproer van Gent in 1839-Collectieve
actie en sociale geschiedenis" Uitg. SUN Memoria)
Gent, dat bekend staat als "het Manchester van het continent" is op dat ogenblik
de belangrijkste textielstad op het vasteland. De stoommachine was reeds in 1805
in de spinnerij van Frans De Vos geïntroduceerd en vond algemene ingang vanaf
1830.
In dat jaar waren er niet minder dan 70 katoenfabrieken met 700 mechanische weefgetouwen.
Het product bestond uit goedkope "calicots" die echter minder en minder in het
buitenland verkocht werden vooral omdat de Engelse productie 10 à 12 %
goedkoper was. In 1839 moesten in Europa de ene fabriek na de andere de deuren
sluiten vanwege de overproductie en de handelscrisis en in Gent hadden al 12 van
de 53 spinnerijen de poorten moeten sluiten.
De werktijden van de overigen waren gereduceerd tot de helft, tot een derde of
zelfs tot een zesde van de normale activiteit. De spinners waren de meest geschoolde
en best betaalde arbeiders, dan volgden de semi- of ongeschoolde wevers en de
draadjesmakers. Draadjesmakers hielpen de spinners bij het herstellen van gesprongen
draden. Aangezien dit moest gebeuren terwijl het getouw werkte, vereiste de taak
snelheid, behendigheid en soepele, lenige vingers. Het was een der slechtst betaalde
jobs in de spinnerij: een spinner beschikte over één of twee draadjesmakers,
een "kleine" van 12 à 13 jaar en een "grote", meerderjarige, die later
zelf kon opklimmen tot spinner. De spinners, die in vergelijking met de wevers
relatief veel verdienden, moesten hun helpers zelf betalen en buitten ze schromelijk
uit.
Staken en coalitievorming was toen nog door de wet Le Chapelier uit 1791 verboden.
Dat zou zo blijven tot 1867.
De katoenspinners stellen een petitie op voor de Regering om de invoer van
katoen uit het buitenland aan banden te leggen. Die petities werden in aanwezigheid
van een groot aantal arbeiders opgesteld door een advocaat. Zo werd bijvoorbeeld
op zondag 8 februari 1835 zo een petitie in de herberg "Het Vosken", Zaaimanstraat
13 voorgelezen en goedgekeurd.
De autoriteiten telden 700 deelnemers aan de demonstratie, het dagblad "Le
Messager de Gand" telde er 2.000, een aantal dat tijdens de mars nog groeide door
de rekrutering van arbeiders uit de fabrieken langs de route. De meesterknechten
marcheerden elk aan het hoofd van hun arbeiders, zodat de betoging duidelijk gestructureerd
was en uit groepjes van 10 à 15 man bestond.
Zou Carolus Franciscus ook mee opgetrokken zijn?
Ook op 29 september 1839 werd in de herberg "De Groenen" werd besloten een
petitie op te stellen om de ongelukkige toestand van het werkvolk onder de aandacht
van de overheid te brengen. De petitie telde 158 bladzijden met tussen 50 en 100
handtekeningen per blad. Zij werd dus door ca. 12.000 arbeiders ondertekend, het
"Gentse grauw" en dus ook waarschijnlijk door Carolus Franciscus.
De noodlijdende arbeiders zongen een overal verkocht liedje:
Het is nu zeer duer leven
Men heeft het reeds gezeyd,
Den vrée is ons gegeven,
Maer het blyft slechten tyd;
Den werkman kan niet koopen,
Want hy wint byner niet,
Arme lién met hoopen,
Dat is wat men hier ziet.
Den winter is op handen,
Straks komt hy onverhoeds,
Niet ’t eten, niet te branden,
Voorspelt gewis niets goeds,
Fabrieken, alle dagen,
Laeten het werkvolk gaen
Hun lot is te beklagen,
Het is zonder beraen.
Mannen, die ’t ryk bestieren,
Beloven ’t werkvolk veel,
Maer terwyl zy gaen zwieren,
Zyn wy van honger scheel,
Er helpt ons toch geen praeten,
Woorden zullen niet voen,
En wat’er kan aen baeten,
Zullen zy nimmer doen.
Op 2 oktober 1839 is er een zeer grote massademonstratie op de Vrijdagmarkt.
Het leger was echter opgetrommeld om het verzet van de arbeiders in de kiem te
smoren. Tegen 8 à 9 uur ’s morgens waren er tussen 6.000 en 10.000 arbeiders,
ook hun vrouwen samengekomen. De troepen waren in de Gentse kazernes geconsigneerd
en verschijnen tenslotte op het toneel. Het zijn infanteristen en ruiters bevolen
door Generaal Clump en onder de leiding van de Plaatscommandant Van de Poele.Zij
worden met straatstenen bekogeld. De arbeiders dagen de soldaten uit met de roep:
"Gy hebt geene cartouchen, gy durft niet schieten". Tegen twaalf en één
uur kwamen twee pelotons "peerdevolk" aanzetten. Het leger voert charges uit met
het zwaard en de bajonet maar er wordt ook geschoten. Tegen ’s avonds waren er
ook met de trein nog troepenversterkingen aangevoerd uit Dendermonde, Oudenaarde,
Antwerpen en Mechelen.
Er valt één dode en er worden 62 mensen aangehouden.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft Carolus Franciscus deze grote manifestatie
bijgewoond. Wel weten we niet in welke Gentse fabriek hij zou gewerkt hebben.
In het hoger geciteerde boek vonden wij de volgende namen van textielfabrieken
in Gent : Spinnerij Frans De Vos, Jean-Pierre Rosseel, Story en Verspeyen, C.
De Bast-De Hert, F. Claes-De Cock (La Lys), Ferdinant.A. Manilius, E.J.Braeckman,
J. De Smet-De Naeyer, E. Coppens, Felix de Hemptinne, Graaf van Hoobroeck de Fiennes
(vlasfabriek La linière Gantoise), Lousberg-Thierry, Alexander De Gandt-Vanderschueren,
Scribe (gevestigd in het Gravenkasteel!), Baertsoens.
Erger is echter het feit dat hij waarschijnlijk veel honger geleden heeft
in 1845 en in 1848-1849. Inderdaad, in Vlaanderen wordt de ellende ten top gedreven
door mislukte aardappel- en roggeoogsten. De jaren 1848 en 1849 zijn gruwelijke
sterftejaren in geheel België, mede door de cholera. Gewapende benden werklozen
lopen het platteland af, in de steden plundert men de bakkerijen. Zou Carolus
Franciscus hieraan meegedaan hebben?
Zou Carolus Franciscus toch een eerste keer gehuwd geweest zijn en
zou zijn eerste vrouw door hongersnood of door de cholera omgekomen zijn? Dit
moeten wij nog trachten te achterhalen.
Een feit is dat hij op 46-jarige leeftijd, op 27.11.1850 te Gent huwt met
een 15 jaar jongere vrouw Amelia De Lombaert bij wie hij nog vier kinderen
zal verwekken, het laatste wanneer hij reeds 60 jaar is!
De stad Gent in 1850, het jaar van het huwelijk
van Carolus Franciscus en Amelia De Lombaert
Uittreksel uit "Carte topographique de la Belgique"
Ph. Vandermaelen 1846-1854
Hoe kwam Carolus Franciscus definitief in Gent terecht en wanneer?
Zoals reeds hoger vermeld, hebben we nog niet kunnen achterhalen wanneer Carolus
Franciscus Lovendegem verlaten heeft om zijn geluk te gaan zoeken in de textielstad
Gent en daar in een fabriek zijn gaan werken.
Een feit is dat wanneer hij op 46-jarige leeftijd te Gent op 27.11.1850 met
Amelia de Lombaert huwt, hij fabriekwerker is en in de Laurierstraat woont.
Waar zou die fabriek zich bevonden hebben? Die Laurierstraat in 1850 is waarschijnlijk
niet de huidige Laurierstraat in Zwijnaarde.
Zijn jonge vrouw Amelia De Lombaert was te Ressegem (bij Herzele) geboren
als dochter van Celestinus Lombaert (geboren rond 1784 - winkelier)
en Joanna Schouppe. Voor het ogenblik, midden jaar 2000, staat de naam
De Lombaert acht maal in het telefoonboek van Herzele, wel zijn er vier
families met de naam Schouppe.
Geboorteakte van Amelia De Lombaert
Tekst van de geboorteakte van Amelia De Lombaert:
In het Jaer Duizend acht honderd Eenen twintig den Neghentienden
Juli ten vijf uren naarmiddag, voor ons felix Donatus Van Waeyenberghe
Burgemeester, officier van den Burgerlijken Staet der gemeente van Resse
gem, District van Aalst, Provintie Oostvlaanderen, is gekomen Celestinus
de Lombaert, oud vijfendertig jaren winkelier woonende te Ressegem, den
welken ons heeft vertoond een kind van het vrouwelijk geslacht, geboren
hedent ten twee uren van den nagt van hem verklaarder en van Jo-
anna Schouppe, zijne huisvrouwe en waaraan hij verklaart te
willen geven den voornaam van Amelia. De voornoemde verklaring
en vertooning gedaan in de tegenwoordigheid van Josephus fonck, oud
sesenveertig jaren, kloefmaker en Dominicus Van der Maeren, oud
dertig jaren lande bouwer beide woonende te Ressegem, en de vader met
de getuigen hebben met ons de tegenwoordige geboorteverklaring geteekend
naar dat deselve aan hun alle door ons was voorgelezen.
Geteekend : C.D.Lombaert, J. Fonck, D. VanderMaeren, Van Waeyenberghe
De vader van Amelia is Celestinus De Lombaert. Haar moeder is
Johanna Schouppe. Beiden zijn reeds overleden op 27.11.1850, de datum waarop
hun dochter Amelia huwt met Carolus Franciscus De Baets. Amelia
woont bij haar huwelijk te Gent in de Slijpstraat, zoals vermeld in de huwelijksakte
en is dienstmeid (op hetzelfde adres?). De Slijpstraat staat zeker voor de huidige
Sleepstraat (verbinding tussen de Oudburg en de Sint-Salvatorstraat).
De getuigen bij het huwelijk zijn geen familie en de ouders van beide echtelingen
zijn reeds overleden. Getuigen zijn vier arbeiders. Door het feit dat de ouders
van beide echtelingen overleden zijn, wordt het een langere huwelijksakte waarbij
de overlijdensattesten van de ouders van beide echtelieden moeten voorgelegd worden.
Huwelijksakte van Carolus Franciscus met Amelia De
Lombaert
Hier volgt de tekst :
In het jaer achttienhonderd vijftig den zevenentwintigten
november ten tien ure voormiddag voor ons ondergeteekenden
Schepen officier van den burgerlijken stand der Stad Gent pro
vintie Oostvlaenderen, ridder van het Leopoldsorden zijn
openbaerlijk ten Stadhuyze gecompareerd Carolus
franciscus De Baets oud zes en veertig jaren, fabriek
werker, geboren te Lovendegem en woonende te Gent, in de
Laurierstraat, meerderjarige zoon van de overleden Petrus
en van Maria Catharina van hijfte, welkers dood attesten
alhier overgebragt door ons voorgelezen en geparapheerd. En
Amelia De Lombaert oud negenen twintig jaren
dienstmeyd, geboren te Ressegem en woonende te Gent in de
Slijpstraat, meerderjarige dochter van de overledene Celes-
tinus en van Joanna Schouppe, welkers doodattesten ten
dezen geproduceerd, door ons voorgelezen en geparapheerd
welke comparanten ons hebben verzocht over te gaan tot
de voltrekking van het huwelijk onder hun beraamd en waer
van de afkondigingen zijn gedaen geweest ingevolge de met
den zeventiende en vier en twintigten dezer s'middags en
geene tegenkantingen ons tegen dit huwelijk kenbaar
gemaekt sijnde, regt doende up hun verzoek hebben
wij na gedane voorlezing van het zesde Kapittel van den
titel saekende het huwelijk van den burgerlijken wetboek
aen partijen gevraegd of zij elk een desen verstaen te nemen
voor man vrouw, elk van hun beurtelings geantwoord
hebbende dat ja, verklaren wij uyt naem van de wet dat
Carolus franciscus De Baets en Amelia De Lombaert
door den huwelijkenband vereenigd zijn. Van alles welke
wij hebben opgesteld deze akte ter presentie van fran-
ciscus Temmerman oud vier en dertig jaren, josephus
Lorije (?) oud achtenderig jaren Albertus van de Walle
oud een en dertig jaren en Petrus faes oud acht en
zestig jaren arbeiders, allen geen familie en
woonende binnen deze Stad Gent, alles soo verklaard
welke na voorlezing met den bruidegom hebben
onderteekend alle andere verklarende niet
te kunnen als ongeleerd synde.
Van Pottelsberghe C.F. debaets
Handtekening van Carolus Franciscus De Baets
Zoals eerder reeds vermeld zal het koppel vier kinderen hebben.
Het eerste, Seraphina Isabella, wordt op 17.8.1851, dus iets meer dan
negen maanden na het huwelijk van haar ouders geboren. Bij de aangifte is Joannes
De Baets als getuige. Hij is 36 jaar en woont in Lovendegem. De ouders wonen
in de Marjolijnstraat. De vader heeft als beroep: wever. Seraphina Isabella
zal op 26.11.1873 huwen met Ludovicus Antonius Housiaux, oud 26 jaar
en ijzerdraaier van beroep. Hij woont op "Kleine Ram". Zij is strijkster en woont
in de Ijkstraat. Dit klein straatje noemt nu de Ijkmeesterstraat en verbindt de
Sint-Jansdreef met de Nieuwpoort. "Kleine Ram" nu het steegje "Klein Raamhof"
dat aan de ene kant uitgeeft op de Luxemburgstraat en aan de ander kant op de
straat genaamd "Ramen". De straat "Ramen" geeft aan de ene zijde uit op de Burgstraat
en aan de ander zijde op de Hoogstraat (zie op het plan de middenstrook, tweede
rechthoek links).
Uittreksel uit het actuele stadsplan van Gent
Op de dag van het huwelijk is de vader Carolus Franciscus afwezig "blijkens
akte verleden den vierden oktober voor de vrederechter van het eerste kanton Gent".
Wat kan daar gebeurd zijn? De moeder is wel aanwezig en geeft als beroep op: dagloonster.
Seraphina Isabella overlijdt te Gent op 22.02.1910. (bron: brief van
Stad Gent - Burgerlijke Stand dd. 25.10.1989).
Op 30 oktober 1855 wordt een tweede meisje geboren: Maria Theresia.
Zij is geboren in het ouderlijk huis in de Ijkstraat. Bij haar geboorteakte zijn
er geen randvermeldingen en er is te Gent geen huwelijk gevonden ( bron: zie hierboven).
Dan volgt Alexander, voorvader van deze stam, (volgt sub XI.3)
geboren te Gent op 21.9.1859 in de Druifstege. Er bestaat nu nog een Druifstraat
in Gent, in de wijk Rooigem. Dit is één van de wijken waar de arbeiders
gehuisvest waren in de 19de eeuw. De "19de eeuwse gordel" met veel beluiken en
armoedige huisjes. De overeenstemming Druifstege met de huidige Druifstraat kan
opgezocht worden in het boek "De oude straatnamen van Gent" van Victor Fris.
De moeder is dan 38 jaar.
Maar dan volgt er nog een nakomertje!
Petrus, geboren op 1 mei 1866 in het ouderlijk huis dat zich nu bevindt
in de Spaansch Hospitaelstraet (voor het ogenblik draagt geen straat in Gent nog
die naam). De vader Carolus Franciscus is op dat ogenblik 60 jaar en zijn
vrouw Amelia 46! De aangifte wordt gedaan door de vroedvrouw. Als getuige
treedt op een Petrus De Baets, 26 jaar oud en wonende Lange Munte (Langemunt
tegen de Vrijdagmarkt) in Gent (De familieverwantschap is nog niet gevonden).
Opnieuw is de vader afwezig bij de aangifte van dat kind. Als beroep wordt nog
steeds wever opgegeven.
Bij de geboorteakte van Petrus zijn er ook geen randvermeldingen noch is
er te Gent een huwelijk gevonden (bron: zie hoger).
Carolus Franciscus De Baets overlijdt op bijna 80-jarige leeftijd te
Gent op 19.8.1884 op adres Gasthuizenboulevard (voor het ogenblik draagt er geen
straat in Gent nog die naam). De aangifte wordt gedaan door twee oude mannen van
75 en 72 jaar. Die twee getuigen zijn ook daar gedomicilieerd. Het gaat dus waarschijnlijk
over een ouderlingentehuis.
Overlijdensakte van X.1.Carolus Franciscus
Tekst van de overlijdensakte (Nr.2694):
In het jaar achttien honderd vier en tachentig, den negentienden
oogst, te middag, voor ons Octave Bruneels, ambtenaar van den burgerlijken stand
der stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, zijn gecompareerd
Josephus Moerloose, oud vijf en zeventig jaren en franciscus Blan-
quaert, oud twee en zeventig jaren, beide zonder bedrijf, wonende gasthuizen
boulevard, geen bloedverwanten des overledenen, dewelke ons hebben verklaard
dat gister te tien en half 's morgens, ten zijne woonst gasthuizenboulevard
overleden is : Carolus franciscus De Baets, zonder bedrijf, geboren
te Lovendegem den vijftienden november achttien honderd vier, echtgenoot van Amelia
De Lombaert, zonder bedrijf, wonende kleine ram, zoon van Petrus en
van Maria Catharina Van hijfte, beiden overleden. Waarvan akte, welke wij
na voorlezing (met de
comparanten reg ) hebben onderteekend, de comparanten verklaren het niet te
kunnen als ongeleerd. Bruneels
Amelia De Lombaert overlijdt te Gent op 17 oktober 1887 in het burgerlijk
hospitaal aan de Kluyskensstraat. Dit is het Bijlokehospitaal aan de Prof. Jozef
Kluyskensstraat. Zij woonde in de Kleine Ram (Klein Raamhof) dus bij haar dochter
Seraphina Isabelle. Zij werd 66 jaar.
De aangifte wordt gedaan door de bestuurder en door een dienstbode van het Bijlokehospitaal
Overlijdensakte van Amelia De Lombaert
Tekst van de overlijdensakte (Nr.3288):
In het jaar achttienhonderd zeven en tachentig, den zeventienden
October te middag, voor ons Octave Bruneel, ambtenaar van den burgerlijken stand
der stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, zijn gecompareerd Timotheus Poll, oud
vier en veertig jaren, bestuurder van het burgerlijk hospitaal en Desiderius Van
denberghe, oud drie en veertig jaren, dienstbode, beide wonende Kluyskensstraat,
geen bloedverwanten der overledene, welke ons hebben verklaard dat gister te vier
uur 's avonds Kluyskensstraat overleden is : Amelia De Lombaert, zonder
bedrijf, geboren te Ressegem den negentienden Juli achttien honderd een en twintig,
en wonende te Gent kleine ram, weduwe van Carolus franciscus De Baets,
dochter van Celestinus, en van Joanna Schouppe, beiden overleden.
Waarvan akte, welke wij, na voorlezing, met de comparanten hebben ondertekend.
T.Poll D.Vandenberghe Bruneel
De kinderen van X.1.Carolus Franciscus en Amelia De Lombaert
- XI.1. Seraphina Isabella
° te Gent op 17.8.1851.
Getuigen zijn: Joannes Debaets (36 jaar) (familieband nog niet gevonden),
dienstbode en (Bonaventura onleesbaar)
x : 26.11.1873 te Gent met Ludovicus Antonius Housiaux
+ te Gent op 22.02.1910.
Geboorteakte van Seraphina Isabella
Tekst van de geboorteakte:
In het jaer achttien honderd Een-en-Vijftig den
achttienden augusty Ten drij uren en half na middag voor
ondergeteekenden Schepen, ridder van het Leopolds order,
officier van den burgerlijken Stand der Stad Gend, provintie Oost
Vlaenderen, is gecompareerd Carolus franciscus Debaets
oud zes-en-veertig jaren, wever, woonende in de Marjolijn
straet, den welken ons heeft vertoond een kind van het
vrouwelijk geslachte, aldaer gebooren gisteren, ten vijf uren
na middag,van hem verklaerder, en van Amelia
de Lombaert oud Een-en dertig jaren, zijne huys-
vrouwe, en waer aen hij verklaert te willen geven de
voornaemen van Seraphina Isabella,
Den verklaring en vertooning gedaen te tegenwoordigheyd
van Joannes Debaets oud zes-en-dertig jaren, dienstbode
woonende tot Lovendegem, en van Bonaventura (onleesbaar)
oud Twee-en-vijftig jaren, pompier, woonende in de
Nieuwveld (?) straet. Welke akte, wij na voorlezing met
de Tweede getuyge hebben onderteekend Den vader en d'eerste
getuyge hebben verklaerd niet te kunnen als ongeleerd.
Seraphina Isabella huwt op 26 november 1873 met Ludovicus Antonius Housiaux.
Huwelijksakte:
Tekst van de huwelijksakte:
In het jaar achttien honderd drie en zeventig, den zes en twintigsten
november, ten elf ure voormiddag, voor ons ondergeteekenden Schepen Karel Pickaert,
gedeledeerden ambtenaar van den burgerlijken stand der stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen,
zijn openbaarlijk ten Stadhuize gecompareerd Ludovicus Antonius Housiaux,
oud zes en twintig jaren, ijzerdraaier geboren Te Gent, den twintigsten juli achttienhonderd
zeven en veertig en er wonende kleinen ram, bij zijne ouders, meerderjarige zoon
van Ludovicus Joannes, koperdraaier en van Maria Theresia Achterdenbosch,
zonder bedrijf, beide alhier present en consenterende; En Seraphina Isabella
Debaets, oud tweeen twintig jaren, strijkster, geboren te Gent, de zeventiende
augusti achttien honderd een en vijftig en er wonende Ijkstraat, meerderjarige
dochter van Carolus Franciscus, afwezig, blijkens akte verleden den vierden
deser voor de vrederechter van het eerste kanton Gent en van Amelia De Lombaert,
dagloonster te Gent, alhier tegenwoordig en toestemmende welke comparanten ons
hebben aanzocht over te gaan tot de voltrekking van het huwelijk onder hun beraamd
en waarvan de afkondigingen zijn gedaan geweest ingevolge de wet den zestienden
en drij en twintigsten dezer s'middags te Gent en geene tegenkantingen ons tegen
dit huwelijk kenbaar gemaakt zijnde, recht doende op hun verzoek, hebben wij,
na voorlezing aan partijen gegeven te hebben van alle stukken betrekkelijk hunnen
staat en de formaliteiten des huwelijks alhier overgebracht, en van het zesde
kapittel van den titel rakende het huwelijk van den burgerlijken wetboek, aan
partijen gevraagd of zij elkander staan te nemen voor man en vrouw, elk van hun
beurtelings geantwoord hebbende dat Ja, verklaren wij, uit naam der wet, dat,
door den huwelijksband vereenigd zijn Ludovicus Antonius Housiaux en Seraphina
Isabella Debaets; Waarvan akte opgesteld ter presentie van Joannes Housiaux,
oud zeven en twintig jaren, koperdraaier, Leopoldus Housiaux, oud vier
en twintig jaren, schoenmaker, Augustus Housiaux, oud drij en veertig jaren,
smid, broeders en vaderlijken oom van den bruidegom en Joannes Achterdenbosch
oud vijf en veertig jaren, monteerder, moederlijken oom van de bruid, alle vier
wonende te Gent (zeg) moederlijken oom van den bruidegom, alle vier wonende te
Gent. Welke akte wij na voorlezing met de twee eersten getuigen hebben onderteekend,
al de anderen verklaren het niet te kunnen als ongeleerd.
J.Housiaux L.Housiaux K.Pickaert
- XI.2. Maria Theresia
° te Gent op 30 10.1855. Getuigen zijn Joannes Inghels (48 jaar), behanger
en Andreas Spaey (45 jaar), dagloner.
x ? (geen huwelijk gevonden te Gent)
+ ? (nog niet opgezocht)
Geboorteakte van Maria Theresia
Tekst van de geboorteakte:
In het jaer achttien Honderd Vijf en Vijftig, den Een en
dertigsten October, ten drij uren een kwaert namiddag,
Voor ons ondergeteekenden Schepen, ridder van het Leopolds
Order, officier van den burgerstand der stad Gent, provintie
Oost Vlaenderen is gecompareerd Isabella Diegnant, oud
Vijf en zestig jaren, vrouwaerster, wonende in de Doornstraet,
dewelke ons heeft vertoond een kind van het vrouwelijk
geslacht, geboren ten huize van Sijne ouders gister ten drij
uren namiddag, Dochter van Carolus franciscus De Baets
oud acht en veertig jaren, wever, woonende in 'd ijkstraet
en van Amelia De Lombaert, oud acht en dertig jaren,
zijne huisvrouw, en waer aen zij verklaert te willen
geven de voornamen van Maria Theresia, deze verklaring
en vertooning gedaen in de tegenwoordigheid van Joannes
Inghels, oud acht en veertig jaren, behanger, woonende in
D'Ijkstraet, en van Andreus Spaei, oud vijf en veertig jaren,
daglooner, woonende in de St. Lievenstraet. Waarvan akte
Welke wij, na voorlezing met d'eerste getuige ondertekend
hebben, de Comparante en de tweede getuige verklaren
niet te kunnen als ongeleerd.
Van Pottelsberghe
- XI.3. Alexander
(volgt sub XI.3.)
- XI.4. Petrus
° te Gent op 1 mei 1866.
Getuigen zijn Petrus De Baets (28 jaar), dagloner en Andreas Spaey
(55 jaar) dagloner.
x ? (geen huwelijk gevonden te Gent)
+ ? (nog niet opgezocht)
Geboorteakte van Petrus
Tekst van de geboorteakte:
(N° 1481)
In het jaar achttien honderd zes-en-zestig, den Tweede mei ten drij
uren na middag, voor ons ondergeteekenden Schepen Armand De Leu
gedelegeerden ambtenaar van den burgerlijken stand der stad Gent,
provincie Oostvlaanderen, is gecompareerd
Paulina Bruggeman oud een envijftig jaren, vrouwaarster
woonende Wolmolenplaats dewelke ons heeft vertoond een kind
van het mannelijk geslacht, geboren ten huize der ouders gister
ten elf uren voor middag, zoon van Carolus Franciscus
De Baets oud zestig jaren, wever, afwezig en van
Amelia De Lombaert oud zes en veertig jaren, zijne huis-
vrouw beide woonende Spaensch Hospitaalstraat en waaraan
zij verklaart te willen geven de voornamen van Petrus deze
verklaring en vertooning gedaan in de tegenwoordigheid van
Petrus De Baets oud acht en twintig jaren, woonende
lange munte en van Andreas Spaey oud vijf en vijftig jaren,
daglooners, woonende Hooye. Waarvan akte welke wij, na
voorlezing hebben onderteekend, de comparante en de ge-
tuigen hebben verklaard het niet te kunnen als ongeleerd.
A. De Leu
We probeerden te achterhalen wie die Petrus De Baets is die 28 jaar
is en peter is van IX.4 Petrus.
We vonden een Petrus De Baets, geboren te Gent op 01.04.1837 als zoon van Joannes
Jacobus Debaets (37 jaar, monteerder, wonende Oude Molenaarsstraat) en Catharina
Ferdinanda Chevalier. Getuigen bij die geboorte waren: Petrus Debaets,
27 jaar, kleermaker, wonende Koolstege en Desiderius Chevalier, 25 jaar,
dagloner, wonende Oude Molenaarsstraat.
We kunnen niet bewijzen dat het wel die Petrus De Baets is, noch het eventueel
familieverband aantonen.
Verwante families :
De Lombaert, Achterdenbosch, Chevalier (?), Housiaux, Inghels, Schouppe,
Spaey.
Volgende Generatie