Vorige pagina...
Huwelijkakte van Merckx Antonius Josephus en Spanoghe Eugenia Carolina
(ouders van Merckx Rachel Maria, echtgenote van XII.3.De Baets Raymond)
In het jaar achttien honderd tachentig, den zeventienden April
ten elf ure voormiddag, voor ons ondergeteekende Schepen Karel Pickaert gedelegeerden
ambtenaar van den burgerlijken stand der stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen,
zijn openbaarlijk ten Stadhuize gecompareerd Antonius Josephus Merckx,
oud tweeenveertig jaren ajusteur geboren te Gent den eersten october achttienhonderd
zevenendertig, en er wonende Sint-Lievensstraat, weduwnaar van Joanna Maria
Soudan, meerderjarigen zoon van Guillielmus Livinus, en Amelia Smaele
beide overleden alsook al zijne voorouders blijkens de doodakten zijner ouders,
bemachtigd om huwelijk aan te gaan met zijne hiernagenoemde zwagerin door koninklijk
besluit van twaalfsten Maart lest, En Eugenia Carolina Spanoghe, oud vijfendertig
jaren kleermaakster geboren te Gent den vijfentwintigsten Januari achttienhonderd
vijfen veertig, en er wonende Schildstraat, weduwe van Joannes Baptista Merckx,
meerderjarige dochter van Petrus Franciscus, kleermaker en Virginia
Joanna De Moor zonder bedrijf beide, te Gent, en hier present en consenterende
welke comparanten ons hebben aanzocht over te gaan tot de voltrekking van het
huwelijk onder hun beraamd en waarvan de afkondigingen zijn gedaan geweest ingevolge
de wet, den vierden, en elfsten deser maand 's middags te Gent en geene tegenkantingen
ons tegen dit huwelijk kenbaar gemaakt zijnde, recht doende op hun verzoek, hebben
wij, na voorlezing aan partijen gegeven te hebben van alle stukken betrekkelijk
hunnen staat en de formaliteiten des huwelijks alhier overgebracht en behoorlijk
geparapheerd, en van het zesde kapittel van den titel rakende het huwelijk van
den burgerlijken wetboek, aan de partijen gevraagd of zij elkander verstaan te
nemen voor man en vrouw, elk van hun beurtelings geantwoord hebbende : JA; verklaren
wij, uit naam van de wet, dat, door den huwelijksband verenigd zijn Antonius
Josephus Merckx en, Eugenia Carolina Spanoghe, Waarvan akte opgesteld
ter presentie van Petrus Deynoodt oud vijf en vijftig jaren, schilder,
zwager van den bruidegom, Joannes Nuytens oud zeven en veertig jaren, herbergier
geene familie, Christianus Spanoghe oud drij en dertig jaren, arbeider,
en Emilius Spanoghe oud vijf en twintig jaren,schoenmaker, beide broeders
van de bruid, alle vier wonende te Gent. Welke akte wij na voorlezing met partijen,
en de drij laatste getuigen hebben onderteekend, bruids ouders en de eerste getuige
hebben verklaard niet te konnen als ongeleerd. A. Merckx E. Spanoghe J. Nuyten
Chr. Spanoghe K. Pickaert
E. Spanoghe
Overlijdensakte van Theresa D'Haese, echtgenote van Smaele Livinus
(ouders van Smaele Amelia echtgenote van Merckx Guillielmus Livinus)
Acte de décès du quatorze Mai mil huit cent dix
huit à dix heures et quart du matin. Acte de décès de Thérèse
D'haese décédée hier à onze heures du matin à
l'hôpital Delabiloque, Journalière âgée de quarante trois
ans née en cette ville y domiciliée rue de Bruxelles fille de feus
Pierre et Marie Verspeeten, épouse de Lievin Smale
Sur la déclaration de Pierre Vandenbossche âgé de cinquante
six ans employé au dit hôpital y demeurant et de Jean François
Peelman âgé trente un ans agent de police demeurant Digue de Brabant
et après lecture ont signé.
Constaté par nous François Verhegghen, premier Echevin délégué
pour l'Etat Civil.
Huwelijksakte van Spanoghe Petrus Franciscus en De Moor
Virginia Johanna
(ouders van Eugenia Carolina Spanoghe, echtgenote van Merckx Antonius
Josephus)
Akte van huwelijk
In het jaar achttienhonderd drij en veertig den vierden october ten tien uren
voormiddag voor ons ondergetekende schepen der stad Gent provintie Oostvlaanderen
doende functie van officier van den burgerlijken stand zijn gecompareerd Petrus
Franciscus Spanoghe oud zeven en twintig jaren kleermaker geboren binnen deze
stad en er wonende bij zijn ouders in de Galgenbergstraet, meerderjarige zoon
van Carolus Joannes, kleermaker ten desen present en consenterende en van
Sophia Francisca Tyssens,
en Virginia Johanna De Moor, oud twintig jaren, strijkster, geboren binnen
deze stad en er wonende in de Molenaerstraet, minderjarige dochter van de overledene
Ignatius en van Apollonia Leclercq welkers doodattesten ten desen
zijn voortgebragt tot het aangaen van het tegenwoordig huwelijk behoorlijk geautoriseerd
door den familieraed gehouden onder de voorzitting van den heer vrederegter van
het Kanton noord en oost verenigd te Gent in daete vijftiende september lest blijkens
afschrift van het proces verbael alhier ook geproduceerd voor ons benevens de
voorgaande stukken voorgelezen en met de exploitanten geparapheerd en welke comparanten
ons hebben aanzocht over te gaan tot de voltrekking van het huwelijk onder hun
beraamd en waervan de afkondigingen zijn gedaen geweest ingevolge de wet den vier
en twintigsten september lest en eersten deser 's middags en gene tegenkantingen
ons tegen dit huwelijk kenbaer gemaakt zijnde regt doende op hun verzoek hebben
wij na gedane voorlezing van het zesde Kapittel van den titel raekende het huwelijk
van den burgerlijken wetboek, aan partijen gevraagd of zij elkander verstaen te
nemen voor man en vrouw, elk van hun beurtelings geantwoord hebbende dat ja, verklaren
wij uyt naem van de wet dat Petrus Franciscus Spanoghe en Virginia Joanna
de Moor door den huwelijken band verenigd zijn. Van alle welke wij hebben
opgesteld den tegenwoordigen akt ter presentie van Carolus Spanoghe oud
vijf en twintig jaren coiffeerder broeder van den bruidegom, Joannes Christiaens
oud negentwintig jaren aengetrouwden moederlijken cozijn van de bruyd, Gerardus
Roos oud twee en veertig jaren,timmerman en Petrus Missiant oud vijftig
jaren, kunstschilder beyde geene familie alles zoo verklaerd en wonende te Gent,
welke wij na voorlezing met partijen den vader van de bruydegom en de drij laatste
getuigen hebben onderteekend den eersten getuygen verklarende niet te kunnen als
ongeleerd zijnde.
P. Spanoghe Virginie de Moor G. Roos
P. Missiant J. Christiaens
Van Pottelsberghe C. Spanoghe
De Eerste Wereldoorlog breekt uit - De vlucht naar Engeland
Bij de aanvang van de Eerste Wereldoorlog (Duitsland valt België binnen
op 4 augustus 1914) is Raymond 26 jaar en wijkt hij met zijn gezin en andere
leden van de familie , waaronder Georges Merckx broer van Rachel
en een dochter (Philomène ?) van hem en ook de 69 jaar oude grootmoeder
Eugenia Carolina Spanoghe uit naar Engeland, Londen. De grootvader Antonius
Josephus Merckx is dan reeds 76 jaar en blijft in Gent.
Inderdaad, België had nog steeds gehoopt op een neutraliteit in die oorlog.
De eerste, zeer gedeeltelijke mobilisatie in België had eerst plaats op 29
juli 1914, daags na de oorlogsverklaring van Duitsland aan Servië. De regering
beperkte zich toen nog tot het oproepen van drie lichtingen en liet bij circulaire
weten aan haar ambassadeurs dat deze oproepingen enkel moesten dienen om België's
grenzen te bezetten. Ook was de algemene persoonlijke dienstplicht slechts in
1913 door het Parlement gestemd geweest maar was nog niet ten volle in de praktijk
omgezet. Deze wet breidde de vorige wet van 1909 uit toen de dienstplicht van
"één zoon per gezin" ingevoerd was.
Bij de inval van het Duitse Leger waren er in vele dorpen en steden verschrikkelijke
dingen gebeurd. De Duitse soldaten hadden reeds van vóór het begin
van de oorlog een enorme schrik van de vermeende "Freischütsen"
of "Franc Tireurs". Zij waren er namelijk onterecht van overtuigd
dat de burgerbevolking hen bleef beschieten nadat zij een dorp of stad hadden
ingenomen. Dit resulteerde in tegenmaatregelen waarbij de Duitse troepen honderden
huizen in brand staken en veel burgers werden neergeschoten. Dinant, Aarschot,
Leuven, e.a. zijn daar de triestige getuigen van geweest. In de provincies Luik,
Luxemburg, Namen, Brabant en Henegouwen vielen er respectievelijk 1.200, 842,
bijna 2.000, 839 en 350 slachtoffers, in het totaal meer dan 5.000. Vooral de
Duitse cavalerie, de Uhlanen waren zeer gevreesd.
De Belgische bevolking die dit vernam en nog kon ontkomen vóór
de aankomst van het Duitse Leger, vluchtte weg onder meer naar Engeland en Nederland.
Een half miljoen mensen sloegen op de vlucht. Het verhaal van deze episode uit
het leven van Raymond en zijn gezin konden we op cassette opnemen op 1 juli 1990
toen wij zijn zoon Raoul die dan reeds 79 jaar oud is zijn gaan bezoeken in zijn
woning te Coulogne bij Calais. Het is uit die opname dat wij hierna de bijzonderste
feiten en gebeurtenissen weergeven.
Bij het uitbreken van de oorlog woonde het gezin in de Moriaanstraat Nr 68
in Gentbrugge. De zoon Raoul is dan drie jaar en Roger ongeveer
1 1/2 jaar oud. Zij vluchten te voet van Gentbrugge naar Oostende waar zij per
boot met nog andere vluchtelingen "war refugees" de overtocht
maken. Het jongste kind zal wel in een kinderkoets meegevoerd zijn. Hoe zij in
Londen aangekomen zijn is niet geweten. Wel werden zij in de buurt van Londen
gehuisvest in een alleenstaand en nogal afgelegen huis bij een bos. Vader Raymond
werkte daar in een zagerij waar hij ronde houten schijven moest maken die vermoedelijk
bestemd waren voor de verpakking en het transport van artillerieobussen. Zijn
oudste kind Raoul van ongeveer vier jaar oud, moest hem in de zagerij zijn
eten gaan brengen en vertelde dat hij door een bos moest lopen en dat hij daar
veel schrik had.
Het is vermoedelijk in Engeland dat Raymond ooit eens van zijn fiets
valt, gehinderd door een loslopende hond. Hij breekt daarbij zijn rechter dijbeen
dat echter niet goed geneest waardoor zijn rechterbeen wat korter wordt en hij
daardoor blijvend blijft manken. Zoals we verder zullen zien is dat de reden waarom
hij, te Londen opgeroepen voor de rekruteringscommissie van het Belgisch Leger,
niet voor strijdende eenheden, maar bij de "hulptroepen" zal
ingelijfd worden. De moeder Rachel Merckx werkte als meid op een kasteel
bewoond door een Lord. De twee jongens mochten ook soms naar dat kasteel gaan.
Raoul vertelt dat hij er eens onder het tapijt een zilveren of gouden muntstuk
vond en dat aan zijn moeder gaf. In de tuin van het kasteel gaven er keldergaten
uit die vol zaten met padden, wat de kinderen schrik inboezemde.
In de archieven van Raymond, bevindt zich een wenskaart uit 1918 vanwege
het gezin Mr. And Mrs. W.K. Stacy and Daughters met adres "Woodthorpe"
(waarschijnlijk de naam van het huis of kasteel) in Buckburst Hill aan de Noordoostelijke
rand van Londen. Zij wensen "All Best Wishes for a Happy Christmas,
With Peace and Prosperity in the New Year".
Op de wenskaart staat een foto van het gezin : vader, moeder, drie dochters en
een hond.
Het gezin Stacy "Woodthorpe" Buckhurst Hill bij Londen
We vermoeden dat het hier zou kunnen gaan over het gezin waar Rachel Merckx
werkte.
Plan van Londen
Detail met het plaatsje Buckhurst Hill in de buurt van de Epping
Forest ten Oosten van Enfield en ten Westen van Chigwell. Wood Green bevindt zich
in de linker onderhoek van de kleine kaart.
Zoals op het stadsplan van Londen blijkt, is er op nauwelijks twee kilometer
ten Westen van Buckhurst Hill een bos Epping Forest (nu een golfterrein). Het
kan dus in de buurt van dat bos zijn dat er een zagerij was waar Raymond
werkte en waar de kinderen hem zijn eten moesten gaan brengen. Ook kunnen Raoul
en Roger naar school geweest zijn in het plaatsje Buckhurst Hill. Het gezin
heeft echter als oorlogsvluchtelingen in de buurt van Londen in verschillende
huizen gewoond, waaronder een huis op de eerste verdieping bewoond door de eigenaar.
Wanneer de kinderen de trappen opliepen werden zij door de eigenaar berispt. Zoals
we zullen zien op de overlijdensakte van de moeder, heeft het gezin ook gewoond
in de wijk Wood Green in de Woodville Road op Nr. 6.
In de buurt is er een Rooms-katholieke Lagere School : de Saint Mary's Roman
Catholic Primary School. We veronderstellen dat Raoul en Roger daar
naar school geweest zijn. Om er te geraken moet men wel de Brondesbury Road nemen,
dan de brug over de spoorweg, de Albert Road en de Canterbury Road.
De Woodville Road is op de kruising van de twee blauwe lijnen ten Noorden van
de spoorweg. Ten zuiden van de spoorweg, in het rood, de St. Mary's R.C. Primary
School. We bekwamen zekerheid over dit adres in Londen door een foto van de twee
kinderen Raoul en Roger, die Gustaaf Nicaese ons leende op
3 maart 2001 en waar op de keerzijde Raymond geschreven had :
Mes fils
Raoul et Roger
DeBaets
6 Woodville Rd
Bowes Park
Woodgreen 22
London N
Georges Merckx, de broer van Rachel Merckx woont echter ten zuiden
van de Thames, ten zuidwesten van Hammersmith in de Huntamoor Road Nr. 18. We
veronderstellen dat de grootmoeder Eugenia Carolina Spanoghe bij hem inwoonde.
Foto vermoedelijk genomen in Engeland in 1916 vóór dat Raymond
opgeroepen werd voor het leger. Vóór Raymond : Raoul
(ongeveer 5 jaar). Op de bank : Roger (ongeveer 3 jaar). Rechts : Rachel
Merckx
Wanneer de moeder Rachel Merckx ziek wordt aan de "Spaanse
griep" (zie verder de uitleg over die wereldwijde epidemie), gaan
de kinderen haar in het hospitaal (War Refugees Dispensary Sheffield Road)
bezoeken. Zij mogen haar echter niet zien want de ziekte is zeer besmettelijk
en zij verblijft in een afgesloten afdeling.
De Sheffield Street waar het Dispensarium voor de Oorlogsvluchtelingen gelegen
was en waar Rachel Merckx overleed, is het smalle straatje dat de verbinding
maakt tussen de Portugal Street en de Portsmouth Street.
De twee kinderen en de grootmoeder Eugenia Carolina Spanoghe zullen
ook ziek worden en, volgens de verklaringen van Raoul, lijden aan difterie
(een infectieziekte veroorzaakt door de bacterie Corynebacterium
diphteria. Deze bacterie kan vooral bij drie- tot tienjarigen een ernstig ziektebeeld
veroorzaken. Naast de aantasting van de slijmvliezen van neus- en keelholte, waarbij
een grijswit vlies ontstaat, kunnen ook verlammingen optreden door de door de
bacteriën veroorzaakte gifstoffen. Difterie van het strottenhoofd (kroep)
kan gepaard gaan met ernstige ademnood).
De legerdienst van Raymond De Baets
Daar België toch sterk verwikkeld geraakte in de Eerste Wereldoorlog,
wordt Raymond op 15 maart 1917 in Londen door de rekruteringscommissie
in het Belgisch leger opgeroepen in toepassing van de Besluitwet van 21 juli 1916
en bij de hulptroepen (Régiment des Auxiliaires) ingelijfd. Hij krijgt
het stamnummer 5.176. Zijn stamboekblad vermeldt : Le 15 mars 1917 incorporé
par la Commission de recrutement de Londres pour la formation du contingent spécial
1916.
Hij ondergaat te Londen een medisch onderzoek door de rekruteringscommissie
en krijgt er, uiteraard in het Frans, de voorlezing van de militaire wetten.
Inlijvingsbulletin van Raymond De Baets te Londen op 15 maart 1917
Onder de laatste rubriek "OBSERVATIONS" luidt de volledige tekst
:
Mis en observation : au KA 3 - Gêne de la marche suite de fracture de
la cuisse dte.
7-5-17 Départ le 26-3-17
Op zijn inlijvingsdocumenten staan onder meer de volgende vermeldingen :
Profession habituelle : carrossier, machiniste, etc.
Dernier domicile en Belgique : R. Moriaan, 63, ? (op een andere fiche staat
als adres vermeld : Gentbrugge - rue Moriane 68)
Taille : 1.515 (hij was dus slechts 1 meter 51 1/2 centimeter groot)
Poids : 54 K (hij woog slechts 54 kilo)
Thorax : 0,825 (borstomtrek : 82,5 cm)
De geneesheer van de keuringscommissie schrijft :
En observ. au KA 3 (hij wordt in medische observatie geplaatst)
Gêne de la marche, suite de fracture de la cuisse droite (Hinder
bij het gaan tengevolge van een breuk van het rechter dijbeen)
Résultat de la mise en observation : Inapte ICA et TAG mais apte à
un service auxiliaire : hij wordt niet geschikt verklaard voor de dienst in
strijdende eenheden
(I = infanterie, C = cavalerie, A = artillerie, T = transports, G = génie)
maar wel voor een hulpdienst).
Op zijn stamboekblad wordt zijn gezicht als volgt beschreven :
Visage : ovale
Teint : rosé
Front : inclinaison: verticale
hauteur : petite
largeur :
Yeux : bleus
Nez : base : horizontale
hauteur : moyenne
forme : droite
largeur : moyenne
Bouche :
Lèvres :
Menton : rond
Cheveux : blonds
Sourcils :
Signes particuliers :
Hij verlaat Engeland op 26 maart 1917 en komt op 5 april 1917 aan in het opleidingscentrum
"CJAX" te Auvours in actieve dienst. Op 10 juni 1917 wordt hij overgeplaatst
naar Duinkerken bij de SCA "Service de Construction des Allèges"
als "ouvrier d'artillerie". Hij wordt in feite tewerkgesteld
te Malo-les-bains op de "Chantiers de France". Daar zal hij zeer
waarschijnlijk gewerkt hebben aan de constructie van lichters (binnenschepen)
bestemd voor het transport van artilleriemunitie naar het front .
Raymond De Baets tijdens zijn legerdienst in 1917 in
Frankrijk
Op deze foto draagt Raymond op zijn kraag een marineanker,
naar de dienst waar hij tewerkgesteld was.
Het kenteken van de zeemacht op de kraag van het uniform van Raymond
Vervolg Raymond...